United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hem heet zij: Mijn hertog; Hij haar: Mijn inquisitie. Leve de Geus! Klare klokken, klinkt, Beiaard, schater uw deuntjes uit; Rinkelt, roomers en bottels: Leve de Geus! Als Lamme's monnik gewaar werd, dat de Geuzen geenszins zijnen dood wilden, doch een rantsoen voor hem eischten, begon hij het hoofd op te steken.

Vervolgens tot het geboefte sprekend, zeide hij: Hewel, ezelskoppen, die uittdroogt van armoe, vanwaar haalt gij het geld, dat thans in uwe beurze rinkelt? Hebt gij soms nu reeds uw vel verkocht om er trommelen van te maken? Beziet eens dien preeker! riepen ze. Toen begonnen zij allen samen te schelden, sprekende van Onze-Lieve-Vrouwe: Maaiken heeft een schoon kleed!

Vervolgens een leeg botervaatje uit den winkel en de koperen kettingen van de weegschalen, verder nog uit de keuken, de vijzel en de koffiemolen. Let nu goed op. Een van u lieve kinderen! moet het theeblad zachtjes heen en weerschudden, zoodat alles rammelt en rinkelt, nu eens hard dan weer zacht.

Maar de binnenplaats is aantrekkelijk door de rijke afwisseling der verscheiden gebouwen met hun vele deuren en vensters. Laat ik hier ten slotte bijvoegen, dat in het zuidelijk volksgebied de steenput voor de deur, waarin de emmer rinkelt aan de keten, of aan het uiteinde van de wip in het frissche water daalt, het schilderachtige van de frontzijde niet weinig verhoogt.

Diep in den grond geploegd kronkelt een oud spoor zich voort, welks voren reeds gedeeltelijk weer met pruiken van heide bewassen zijn, en somtijds rinkelt daarover de bel van een paard, dat schuddende het door een netwerk of een boomtak beschermde hoofd, met langzamen en zekeren stap de open kar voorttrekt, wier hooge, schuine wielen het oude spoor weder omwoelen.

Weg is de bloedhertog: Rinkelt, roomers en bottels. Leve de Geus! Bijten wou hij zijn eigen. De stokken brijzelden zijn gebit. Met hangenden suffen kop, Denkt hij aan dagen van moord en vraatlust. Weg is de bloedhertog: Slaat op de glorietrom, Slaat op de krijgstrom! Leve de Geus!

De zilveren halvemanen flikkerden op de Zeeuwsche hoedekens. En Uilenspiegel zong: Leiden is ontzet, de bloedhertog Wijkt uit de Nederlanden; Klare klokken, klinkt, Beiaards, schatert uw deuntjes uit; Rinkelt, roomers en bottels. Kreeg de doghond slaag, Staartneder, met bloedend oog, Loopt hij de stokken weer in. Zijn gescheurde muil Hijgt en huivert.

Plots donker geronnen drongen de stommelende golven de barsche boot rondom, die, burcht van toornig agaat dat op kanten en facetten rinkelt, het booze gefonkel hief in mast en want, en van katrollen het vurig gekogel, en op rondassen en oorlogstuig.

Onder 't geschreeuw door worden de handen uitgestrekt waarin men met geld zwaait en rinkelt, terwijl men in den zak het laatste geldstuk opzoekt, of, als dat er niet is, zijn woord wil verpanden, belovende dat men zijn karbouw, den aanstaanden oogst enz. wil verkoopen; twee jongelieden, blijkbaar broeders, volgen met jaloersche oogen de spelers, komen naar elkaar toe, mompelen schuchtere woorden waar niemand naar luistert, worden telkens somberder en kijken elkaar met ergernis en spijtigheid aan.