Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Thonarr verkleedt zich als Freya, de lichte godin, en gaat naar Thrym, den reus. Loge, de listige, vergezelt hem. Bij het bruidsmaal, dat de reus hun aanbiedt, eet Thonarr twee ossen, en drinkt hij drie emmers mede leeg, gulzig, zooals de wolken van een zich samenpakkend onweer alle dampen van de aarde opslurpen. Dan breekt het onweer los: Thonarr is weer in het bezit van den hamer.

Toen werd Thonarr vertoornd, en hij zeide, dat alles onder de Asen slecht verdeeld zou zijn, wanneer Wodan over zoo iets gewichtigs naar willekeur kon beschikken. Maar Haarbaard bespotte Thonarr op zijn beurt en zeide: "Herinnert de sterke Thonarr zich nog hoe hij zich eens in een handschoen verborg en van angst niet durfde ademhalen? Dat moest de bergreus eens weten!"

"Mijn grootsten schat heb ik verloren," jammerde de grimmige reus, "nu kan ik nooit meer zeggen: mijn drank is te warm. Maar ik wil tòch wel eens zien of gij mijn grooten ketel uit mijn huis kunt halen!" Tweemaal trachtte Tyr tevergeefs het vat te tillen: stevig stond het op den grond. Thonarr echter greep het aan, hief het in de hoogte, luid rammelden de hengsels door de hal.

Toen fluisterde het mooie vrouwtje van den reus Thonarr een bevrijdend geheim in het oor: "Werp hem tegen Hymirs hoofd, dat is harder dan de hardste beker." Al zijn godenkrachten vergaarde Thonarr en spande zijn spieren. Als een bliksem vloog de beker en spatte in gruizels over den grond. Hymirs hoofd was heel gebleven.

"Ik," sprak Thonarr, "was in het Oosten om Reuzenvrouwen uit te roeien. Als ze allen bleven leven, zou dat booze volk veel te talrijk worden, en Midgaarde ware voor menschen niet meer te bewonen. Wat deed Haarbaard ondertusschen?" "In Vechtland," zei Haarbaard, "heb ik voor gevechten gezorgd; de vorsten stookte ik op tot den strijd. Edelen zijn het eigendom van Wodan, knechten komen Thonarr toe."

Daar heb ik met vijanden gevochten, maar veel meer nog met meisjes gestoeid. Dat waren vroolijke vrouwen, en door list werd ik haar aller verleider. Bij zeven zusters heb ik geslapen: zij behoorden mij met lichaam en ziel. Wat deed Thonarr ondertusschen?" "Thiassi, den sterken stormreus," antwoordde Thonarr, "heb ik verslagen. Zijn oogen slingerde ik als sterren tegen den hemel.

Maar Haarbaard riep hem van verre nog na: "Ga jij maar gerust met heel je gedoe naar de booze geesten. Dag Thonarr!" Vermomde en Roodspeer Koning Rauthung had twee zonen. Hun namen waren Geirrodh, dat Roodspeer beteekent, en Agnar, de Ander. Eens, dat zij uitgevaren waren om met den hengel te visschen, werden zij overvallen door een hevigen wind.

Maar tevens is zij de voornaamste bron voor de kennis van de godenleer der Germanen, die woonden ten Zuiden van de zee. Wat in het Noorden Odinn was, was Wodan hier, en de naam beteekent hetzelfde, hun Thor was onze Thonarr.

En ook de wintergrauwe Reuzenzuster, die om een bruidsgeschenk gebedeld had, werd door den moker vermorzeld: van Mjölnir kreeg ze mooie munten graan-gouden ringen gaf haar de hamer. Zoo kreeg Thonarr zijn hamer terug. Dwerg Weetal wil vrijen

Reuzen noemen het klaarnat, de Dorstigen: dronk, in Hella noemt men het mede." Toen schoot over den heuvel ten Oosten de eerste zonnestraal, die dwergen versteenen doet. En Thonarr lachte, lachte, dat zijn baard er van beefde: "Wondere wijsheid heeft je mond mij verkondigd, meer kennis ontmoette ik nooit. Domme dwerg, dien mijn list misleidde, kijk, daar straalt de zon, verstard stuk steen."

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek