Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 november 2025
"En gij straalt van gezondheid en geluk!" zei Dolly bijna spijtig. "Ik? Ja," antwoordde Anna. "Mijn hemel, Tania! Die is bijna zoo oud als Serëscha!" voegde zij er bij en ging, om haar verlegenheid te verbergen, het binnentredend meisje eenige schreden te gemoet. "Een allerliefst kind! Allerliefst! Laat mij nu al uw kinderen zien."
Gij zijt het dus die hem daartoe zoudt aandrijven?" "Ik of anderen uwer vrienden, uit genegenheid voor u, in het belang uwer dochter en voor de eer van uwen naam." "Waarlijk, ik begrijp niet wat gij wilt zeggen", riep Rijkaard met spijtig ongeduld. "Robrecht Sneloghe is uiterst rijk, een volmaakt ridder, hoofsch, edelmoedig, goed van harte en door iedereen geacht en bemind.
Hij ging er even zonder belangstelling op door, keek naar haar ontroerd gezicht, in den glans der groote oogen. En zij, verlangend over Eduard te spreken, spijtig, dat ze zooeven het onderwerp was ontvlucht, zocht het gesprek naar 'm terug te leiden, zweeg, toen ze geen overgang vinden kon. Ze keken samen stil over de verlaten gracht.
't Es spijtig da z'in de stad nie 'n weunt, 'k zoe euk ne kier heur portret moaken, zei Sylvain. En weer lachte hij ondeugend. Fonske ging daar niet verder op door, maar de toon van zijn vrienden over Lisatje beviel hem maar half. 't Was eenigszins alsof de hand werd geslagen aan iets dat hem alleen toebehoorde.
Als je gelijk hebt, gaat outa van avond nog op goedkope en gemakkelike manier naar de eeuwigheid, en krijgen wij, met weinig moeite, onze paarden, zadels en tomen terug." »Maar oom Frans, u moet altoos spotten," hernam de jonge man enigszins spijtig. »Zeg me, in 's Hemels naam, als het geen Zulu's zijn, wie zijn het dan?"
Maar daar, als niet opeens begonnen, klonk er van op het Begijnhof het diepgevoeld gestreel van een cello. "'t Is de pastoor," zei Pallieter. "Spijtig dat 't Begijnhof gesloten is," zei Marieke. "Wacht," wedervoer hij verheugd, "we zullen er mè het schuitje henegaan. Kom!" Ze kleedden zich haastig aan en gingen in het schuitje. Langs het smalle Hemdsmouwken dreven ze het Begijnhof op.
"Maar, maar het afbreken met jonkver Placida, met het machtige huis der Van Woumen kan niet beslissend zijn", morde de proost, spijtig het hoofd schuddende. "Het is beslissend en onherroepelijk", bevestigde Robrecht. "Wij zullen mher Van Woumen gaan spreken", zeide de kastelein. "Hij zal erkennen dat hij de speelbal is van arglistige vijanden der Kerels en dat men hem heeft bedrogen."
Er was niets aan te doen, hij eischte zijn loon, verwijderde zich in aller haast en liet de beide vrouwen, met koffer en met doozen te midden van den weg staan. Op het gerucht dezer korte betwisting was Jakob Mispels met zijne vrouw achter het hek verschenen. "Beware ons God!" morde hij spijtig, "daar hebt gij Theresia De Wit met eene meid en eene volle lading reisgoed.
Na drie weken spijtig wachten, barstte Treslong's ongeduld uit en verliet hij Emden. Daar hij Texel dacht binnen te varen, vertrok hij van 't Vlie, maar hij was gedwongen Wieringen binnen te loopen, alwaar zijn vaartuig omringd werd door 't ijs.
Deze bemerking scheen den jongeling spijtig te maken en te kwetsen; verwonderd viel hij uit: "Gij verdedigt den schuldigen bediende, die een moord beging door zijne verzuimenis, die mijnen vader op den boord van het graf heeft gebracht en hem gedurende acht dagen als een martelaar deed lijden?" "Ik verdedig hem niet; maar ik ben niet overtuigd van zijne plichtigheid."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek