Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Met een schellen toon schreeuwt hij, als hij bemerkt, dat zijn oppasser weggegaan is. Om 9 uur wordt hij gewasschen; door een knorrend geluid geeft hij te kennen, dat dit hem goed bevalt. Daar hij met zijn oppasser samenleeft, houdt hij zijne maaltijden als deze.

"Ja, zei hy, de Natuur gaat boven de leer." Hy hoort ook graag muziek, want als Baker van de Moordenaartjes zingt, schreeuwt hy als een tyger; maar als ik eenige noten aansla, kykt hy uit zyn luijers als iemand die zegt: Nog meer laatste woorden van bisschop T. Vaarwel, myne Vriendin. Omhels voor ons uwe waarde Moeder en Dominé, voor Edeling en my. Ik ben altoos

Hij zegt niets, maakt geen gebaar, schreeuwt geen bedreiging uit. Ik rijd maar door, en doe mijn uiterste best om kalm en mooi te rijden. Wie weet: misschien interesseert het hem, misschien kan d

Het wijfje broedt alleen; de jongen komen na 14 of 15 dagen uit den dop en worden dan door de moeder gebracht naar plaatsen, waar voedsel te vinden is; zij bewaakt, leidt en onderricht hare kinderen, waagt haar leven om het hunne tegen gevaar te beveiligen, tracht op de gewone wijze den vijand te misleiden en geeft haar bezorgdheid te kennen door een angstig geschreeuw; ook het mannetje schreeuwt dan luid, maar verliest niet zoo vaak de zorg voor eigen veiligheid uit het oog.

In den tijd van de zomeronweders, toen Thonarr van zijn reis naar het Oosten wederkeerde, kwam hij voor een heel breed water. Aan den anderen oever stond een veerman met een schip. Thonarr riep tot deze: "Wat voor een kerel is die kerel aan den anderen kant van het water?" De veerman, die hem hoorde schreeuwen, riep tot hem terug: "Wat voor een man is die man, die zoo verschrikkelijk schreeuwt?"

Zeg, Snoeper!” schreeuwt een van de werklieden, die, met beide ellebogen op tafel steunend, uit een kom koffie drinkt en een dikke boterham met roggebrood voor zich heeft liggen, „zeg, waar heb jij nou weer die kaas opgedoken?” „Och, laat hem zitten, !” vraagt de bedienende kastelein, en glimlachend voegt hij er bij: „Meneer doet jou immers niks!”

Een klein hondje, evenals hij in een half rood, half geel pakje, dribbelt er achteraan. "Jandozie! kiek den dieën èns, wat hévt die en alleminschelijken bult! Doar kunnen der wel twee uut, en wat is ie mooi toegetoakeld!" roept er één. "'t Is allemoal noamoak," zegt een ander. "Zij-de gek, ie is zoo gegreuid!" schreeuwt een derde.

Hulp, hulp, schrei ik; hulp voor een ongelukkigen, in de diepte gezakten stadhouder!" Don Quichot was dadelijk overtuigd, dat dit de stem van zijn schildknaap Sancho moest zijn, en bleef een oogenblik stom van verbazing. "Wie is daar omlaag?" riep hij eindelijk. "Wie schreeuwt daar om hulp?"

Toen greep zij den stroopbak met beide handen aan. Haar mond zat als 't ware volgepropt, tot groot vermaak van Dik, die een vriendelijk praatje met haar begon. "Wel baker," vroeg hij, "hoe zou het toch komen, dat de kleine Jan", want zijn zoon heette Jan, naar zijn grootvader, "dat de kleine Jan altijd zoo schreeuwt? Wat kan daar toch de reden van wezen?"

"Hebt ge mijne dochter al gekheden in 't hoofd gepraat?" schreeuwt de oude schout hem toe en licht zijn stok tegen hem op. "Halt, schout!" zegt Frederik. "Dien stok weg! Wat zouden de menschen zeggen als er verteld werd dat ik met mijn schoonvader al vóór de bruiloft, op den landweg gevochten had." De schout liet den stok vallen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek