Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"Santje!" zeide ik, terwijl ik haar een zijden vest overreikte: "gij weet, dat ik nog de vierschaar over u moet spannen wegens een misdrijf, door u begaan." "Boe! boe! denk niet, dat gij mij met uw groote woorden zult afschrikken! Tusschenbeide gezegd, daar zal heel wat speksteen noodig zijn, om de vlekken uit dit vest te krijgen: ter zake: wie heeft u verteld, dat ik uw brieven heb laten lezen?"
"Gij hitste hum oan, den rakkerd!" riep Dorus, en hij gilde: "O! o!" want de pien was onmundig, en hij hinkte op het eene been terwijl hij de rechtermouw van zijn hemdrok naar boven streek: Zie of 't ook roak was gewêst!!! 't Was tijd voor Santje om naar huis te gaan, hoog tijd; went veur twoalven had ze d'r al wêze motten.
Ik stond een oogenblik verzet en voelde dat ik rood werd: ik herstelde mij echter, toen ik bespeurde dat Mejuffrouw Blaek, misschien oordeelende dat zij te vrij gesproken had, insgelijks een kleur kreeg: en ik ging dus schertsende voort: "Het was verre van mijn bedoeling u een slecht compliment te maken: integendeel! daar ik niet geloof, dat Santje met mijn brieven rondloopt, beschouw ik die mededeeling daarvan aan u als een blijk dat gij beiden zeer nauw verbonden zijt: en dewijl de vrienden onzer vrienden ook de onzen zijn...."
Dorus, die van schrik en pijn buuten westen was geroakt, sloeg de oogen op; zag Santje bij zich stoan; vuulde den azien in de wond bieten, en riep baloorig: "Loop heer met oe fiezefoazen!" trok den doek los, dien Santje hem om den arm had geslagen, en wierp haar dien voor de voeten, met de woorden: "Dóar! hang oe Kees 'r oan op!"
De verdere wenschen die zij uitte werd ik verhinderd te verstaan; want tante Van Bempden had zich voor mij geplaatst en drukte mij, met tranen in de oogen aan haar hart: "Goeden dag! beste Ferdinand!" riep zij: "wèl, zijt gij eindelijk daar? ja, ik durf niets te voegen bij de vrome gezegden van Zuster: anders zoude ik zeggen met Racine ... hoe zegt Racine ook weêr, Santje?"
"Hoe! gaat Juffrouw Blaek ook mede?" riep mijn moeder, van de stoep af, terwijl zij minzaam goeden dag knikte: "wel Zuster! dat is een recht aangenaam gezelschap, dat gij aan Santje bezorgt." "Nietwaar, Zuster!" riep Tante weerom: "ja! ik wist wel, dat Santje niet aarden kan zonder een kornuitje: en ik denk altijd: hoe meer zielen, hoe meer vreugd."
Santje zegt: "beste jong" en "goeje jong", en Kees zou nog veel meer liefs dan Santje hebben gezegd, maar ach! wij weten 't wel. Twee pleskes kreeg Kees, één pleske at Santje: drie blieven er in 't buultje: één veur voader, twee veur moeder.
Dorus leerde heur hartje kennen; 't lillike zag ie niet meer. Moar "goed van binnen en knap van buuten das toch nóg bêter," zeien de jongens; "'t lillike stoot af en duut oe onrechtveerdig wêzen; de mins blieft mins zie 't oog wil óók wat." "Best meugelik! Moar Santje had er nou toch geen schoai bij. En Kees? neen, Kees ook niet. Kees is en blieft heur beste jong!" "Nietwoar, jungske!
Dorus was 'en roare en duk 'en kwoaje. Kees stond te kijken; voor Santje antwoorden.... dát kon hij niet, maar hij bromde zijn eigenaardig hol geluid tusschen de tanden. "Toe hörlepiep," sprak Doris weder toen hij met Griet bij den iep op 't heuveltje stond: "kas nou moar vort; da's geen plekske veur ou.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek