Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


En hij roept Frits Sahlmann en zegt tot hem: "Frits, mijn jongen, ga eens achter uit door den slottuin, dat niemand je ziet, en loop naar den horlogemaker Droz, en zeg dat hij oogenblikkelijk zijn uniform moet aantrekken, met de hooge zwarte slobkousen en de beeremuts, en geweer en sabel; en dan moet hij door de kleine groene poort den tuin binnensluipen, tot onder het hoekvenster, en dan moet hij hoesten."

Waarom Frits Sahlmann in den winter zonder parapluie in een appelboom zit; waarom hij een klein pak akten onder zijn vest knoopt en waarom mamsel Westphalen verklaart dat zij eene erge zondares is. Na eenigen tijd kwam de vrouw van den baljuw de kamer weder in en zeide: "Weber, wat beteekent dit?"

Nu vertelde hij dan de zaak weêr van voren af aan, liet het aandeel, dat Frits Sahlmann er bij had, geheel en al weg, en besloot zijne vertelling met deze woorden: "En aldus sprong de burgemeester achter den mantel van den raadsheer uit; liep om de ekklipage rond, krabbelde fiks tegen de hoogte op, sprong achter den hollen wilgeboom, rukte Frits met geweld den teugel uit de handen, sprong in den zadel, en toen hij maar eerst het gevoel van den bruine onder zich had, joeg hij, pardoes, den berg af, altijd maar naar de Pribbenowsche dennen toe, zoo hard hij kon."

Ei, dat zou aardig wezen! Dat is waarlijk een prachtige boom voor mijn Frits Sahlmann. 's Zomers appelen, en 's winters worst!" Dit zeggende maakte hij het venster open en riep: "Frits Sahlmann! Frits! kom daar uit, mijn jongen. Ge zoudt daar in den regen verkouden kunnen worden."

Zoo kwam dus Frits Sahlmann met den stok, en Fiek met eene kleine, aardige metworst weder voor den baljuw. "Fieken," zeide mijnheer de baljuw, haar de worst afnemende, "gij kunt nu heengaan, mijn kind! Netje!" zeide hij tot zijne lieve vrouw, en hield de worst voor hare oogen, "dat noemen wij een corpus delicti." "'t Is mogelijk, Weber, dat ze in 't Latijn zóó heet; wij zeggen er metworst tegen."

Toen de horlogemaker van het slot getransporteerd werd, was Frits Sahlmann natuurlijk medegegaan, alléén maar om te zien, hoe den arrestant de zaak wel zou aanstaan, en of hij ook soms op den loop ging; doch dat laatste geschiedde niet.

Frits Sahlmann kwam; in zijne borst waren twee strijdende partijen: de lust om zijne heldendaden te vertellen, en de vrees voor een' onweêrsbui, omdat hij er zoo smerig uitzag; de ééne dreef hem voorwaarts en de andere hield hem terug, en 't scheen wel, alsof de ééne links, en de andere rechts werkte; althans, hij kwam de deur schuins in; met den goeden kant het eerst, maar hij had toch eene verkeerde rekening gemaakt, en er niet op gelet, dat op deze wijze zijn natuurlijk zwaartepunt, waarmede hij in den hollen weg was neêrgekomen, dus dadelijk aan de vrouw van den baljuw en mamsel Westphalen in 't oog vallen moest.

Carolien volgde haar na, uitroepende: "Beter een nat jaar van onzen lieven Heer, dan van onze mamsel!" Frits Sahlmann riep: "Heere jeminé! dat is de raadsheer Herse." Mamsel Westphalen stond daar als Loth's huisvrouw, en zij zag den raadsheer aan, als ware hij Sodom en Gomorrha, en zij riep met een zwakke stem uit: "Barmhartige hemel, wij wandelen allen in duisternis rond!"

"Heer in den hemel, Frederik!" roept mamsel Westphalen uit, en springt er tusschen in; "zijt gij bezeten? Ge zult hier toch geen moord begaan?" "Diable," zegt mijnheer Droi, en trekt den arm van Frederik terug, en Frits Sahlmann, de onverstandige bengel, rukt het venster open en schreeuwt: "Mijnheer de baljuw, mijnheer de baljuw! Nu gaat het er op los!"

Waarom Frits Sahlmann een' oorveeg krijgt, en de horlogemaker den ganschen nacht met mamsel Westphalen's ledekant in de kamer rondscharrelt, en waarom de Fransche overste in een roode deken bij den horlogemaker te visite komt.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek