Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Spreek dat woord niet uit; dat zal hij in den laatsten tijd al op menige plek gehoord hebben, en hij zou 't mogelijk kunnen verstaan. Neen, ik zou u raden, hem "du vin" te geven; dan zal hij 't andere denkelijk wel vergeten." En de baljuw geeft hem gelijk en roept Frits Sahlmann, dat hij aan mamsel Westphalen glazen en wijn zou gaan vragen, maar niet van den besten wijn.

"Zie zoo," zegt Frederik, "nu maar achterin, in den wagen! Zoo, lig daar nu maar stil! Frits Sahlmann, span jij de paarden eens in! En gij, mijnheer Droi, help mij, om er den molenaar op te krijgen; maar pas goed op, dat hij de balans niet verliest, want ik ken hem, dan tuimelt hij omver." Zoodra nu de molenaar, zit, vraagt Frederik: "Wel, is alles aan boord?"

De vrouw van den baljuw ging vol bezorgdheid nader bij mijne moeder staan, en mamsel Westphalen zat stijf en strak en zeide: "Met uwe permissie, mijnheer de baljuw, hij is een hansworst!" "Mijnheer de baljuw," riep Luth en liet zich schudden, "geloof mij toch, dat het zóó is. Frits Sahlmann heeft het zelf gezien, en heeft het mij gezegd." "Frits Sahlmann?

Eerst eene omstandige bekentenis! Zie! gij weet het, ik ben op de vlucht; de raadsheer Herse heeft mij helpen vluchten en deze bengel, deze Frits Sahlmann! en nu zit ik hier in angst en kommer en denk aan het lot van mijnheer Droi en aan al het andere, en denk dat deze bengel, deze Frits Sahlmann, mij bericht zal brengen, hoe 't met de zaak gesteld is; toen hoor ik buiten vóór het luik hoesten, en toen wordt mijn naam geroepen, en terwijl ik naar het luik heensluip en naar buiten zie, denk ik dat ik eene beroerte zal krijgen; want, verbeeld u, mevrouw! dat ongelukskind is in den... appelboom geklommen en is langs de lange takken heengegleden en zweeft als eene kraai over den afgrond.

En gij, mijnheer Droi! want gij zult daar wel verstand van hebben, neem dien dwazen molenaar die soepterrine van zijn hoofd, en gesp die sabel los." Nadat dit alles geschied was, zeide zij: "En jij, Frits Sahlmann, jou oude babbelaar, jou deugniet!

Eene korte poos duurde het, toen kwam van den hoek waar de Ivenacker weg in den Brandenburgschen landweg uitloopt, eene groote koets aanrijden; er zat een generaal in, die den vorigen nacht bij den Ivenacker graaf in kwartier had gelegen; de koets reed nu ook den hollen weg op, en toen ze aan de plek kwam, waar het transport was blijven steken, kwam daar verwarring onder de soldaten; zij moesten voor de koets uit den weg gaan, en nauwelijks werd mijn vader dit gewaar, of hij vloog, als ware hij uit een pistool geschoten, achter des raadsheers mantel uit, naar de andere zijde van de koets, tegen den kant op, achter den ouden wilgeboom, trok Frits Sahlmann zweep en teugel uit de hand, sprong op het paard en, heb ik van mijn leven zoo iets gezien! holde den berg af.

"Welnu," zeide mamsel Westphalen, "laat hem begaan! Hij is een wonderlijke oude man, maar hij meent het goed. Maar, Mijnheer Droi, kom nu binnen, en ontdooi een beetje in mijne kamer, want bij dit nare, griezelige weêr kan een mensch het hart in zijn lijf bevriezen." Mijnheer Droi ging dan ook mede, en toen zij nauwelijks gezeten waren, kwam Frits Sahlmann binnen.

Frederik komt dan ook binnen en krijgt een stevigen borrel en schudt zich eens, zooals dat, na een goeden slok, mode is, en de stoet gaat nu voorwaarts naar de kamer van mijnheer den baljuw; Frederik voorop, dan mamsel Westphalen, die den horlogemaker onder den arm genomen heeft, en het laatste, Frits Sahlmann, in de achterhoede.

Hij moest zich dus op eene andere manier zien te helpen; vooreerst sneed hij een paar onmerkbare kerven in den hazelaarstok, wat juist niet zeer tot de stevigheid er van bijdroeg, en vervolgens beproefde hij Fieken het gevondene weêr af te bedelen, Dit gelukte hem evenwel niet, daar Fieken geen lust had, een tweede verhoor voor mijnheer den baljuw te ondergaan, en de gedachte kwam ook bij haar op, dat het misschien Frits Sahlmann wel geweest was, die haar, voor een dag of acht, eene hand vol kleingesneden varkenshaar in 't bed had gestrooid.

"Dat is gemakkelijk zeggen, mijnheer de raadsheer; maar in zoo'n rook!" antwoordt zij. "Dat zullen wij verhelpen!" zegt hij en stoot het luik open. Zij willen nu weggaan, maar zij roept: "Frits Sahlmann, mijn zoon, verlaat mij niet, en breng mij bericht, hoe 't met de zaak staat."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek