United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijns inziens is Homerus, de vader der guiterijen, van geen ander gevoelen, daar hij niet alleen alle stervelingen herhaaldelijk rampzalige zwoegers noemt maar zelfs aan Ulixes, zijn model van wijsheid, meermalen den naam Ongelukskind geeft, zonder evenwel Paris of Aiax of Achilles ergens zoo te betitelen. Waarom doet hij dit dan?

Weet gij grootspreker, wraakzuchtig ongelukskind, wie de toekomstige verwoester van dit heerlijke, eeuwenoude rijk is? Dat zijt gij, Psamtik, gij, gebrandmerkte door de goden, gij, verafschuwde door de menschen, gij, wiens hart geene liefde, wiens borst geene vriendschap, wiens gelaat geen glimlach, wiens ziel geen mededoogen kent!

Gij ziet, meisje, welk een ongelukskind gij bijstaat; wees verstandig, en laat mij gaan eer mijn rampen, welke mij als speurhonden vervolgen, ook u medesleepen." "Wel," zei Rebekka, "uwe zwakheid en uwe smart, heer ridder, doen u de bedoelingen des Hemels verkeerd uitleggen!

Eerst eene omstandige bekentenis! Zie! gij weet het, ik ben op de vlucht; de raadsheer Herse heeft mij helpen vluchten en deze bengel, deze Frits Sahlmann! en nu zit ik hier in angst en kommer en denk aan het lot van mijnheer Droi en aan al het andere, en denk dat deze bengel, deze Frits Sahlmann, mij bericht zal brengen, hoe 't met de zaak gesteld is; toen hoor ik buiten vóór het luik hoesten, en toen wordt mijn naam geroepen, en terwijl ik naar het luik heensluip en naar buiten zie, denk ik dat ik eene beroerte zal krijgen; want, verbeeld u, mevrouw! dat ongelukskind is in den... appelboom geklommen en is langs de lange takken heengegleden en zweeft als eene kraai over den afgrond.

Ik wilde, dat mijn arm melaatsen ware geworden, toen ik er de nagels insloeg." "Dat u de nikker hale!" riepen de edellieden uit: "ongelukskind! waar zal men wapenen vinden? Hoor hem eens balken, den onbeschaamden Fries!" want Adeelen, zoowel om de gemeente te tergen als uit verveling, liet niet af, de kampplaats op en neder te rijden, al roepende: "Welnu! dappere Hollanders!

Een oude vrouw, een van de in boetgewaad gekleeden, zuster Poetê, zeide tot haar kleindochter, een meisje van zes jaar, dat naast haar neergeknield lag: "Ongelukskind! Let toch op, je zult zoo meteen een preek hooren als op Goeien Vrijdag!" En ze gaf haar een kneepje, om de vrome aandacht van het kind op te wekken. Dit trok een leelijk gezicht, stak haar snuitje vooruit en fronste de wenkbrauwen.