Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Daar meldde zich op een voormiddag, terwijl juist de beurt was aan de groote huiskamer en de juffrouw zoo maar staandevoets met haar oude Antje een kopje koffie dronk in de keuken, en dominé zijn twaalf uurtje boven kreeg daar meldde zich dominé Roestink aan om zijn collega te spreken.

De mogelijkheid van zulke uitkomst hield Roestink vrouw Snibs voor, zoo zij bleef volharden om uit bekrompenheid en eigenbaat haar zoon in zijne vurigste wenschen, in 't geen men noemen kon zijn kunstenaarsinstinct, te dwarsboomen.

»Gij hebt wel gelijk," hernam de schilder, even het hoofd buigende als werd hij door eene pijnlijke gedachte getroffen; daarop Roestink vast en vragend in de oogen ziende, sprak hij: »En nu! wat zegt gij van den nom de guerre, dien ik gekozen heb?" »Wel! mij dunkt gij hebt goed gedaan met uw bijnaam, die rots der ergernis, moediglijk te accepteeren. Dus hebt gij geen nood er u meer aan te stooten.

»Daar wordt de grijze dichter Bilderdijk weer uitgelucht of hij een kwajongen waar," hervatte Roestink, terwijl hij nog altijd in het tijdschrift rondbladerde. »Wel zeker! de groote IJ., de voortreffelijke W., de weergalooze S., dát zijn de mannen van het oogenblik, die mogen spreken, zelfs van de zaken, waarvan ze toonen niet het minste te weten!

Piet zou nu van zijne zijde met het opgeknapte stuk komen, en gezamenlijk wilden wij u excuus vragen, zooals dominé Roestink aan Piet herinnerd heeft dat onze plicht was: ziedaar de geheele zaak." »Gij hebt alle drie volle absolutie, hoewel ik zeggen moet, dat het mij altijd spijt wanneer zulke wanordelijkheden voorvallen in mijn afzijn."

De particulier, die mij door zijne bestelling vereerde, was de schatrijke bankier v. d. H., die zich voor mij interesseerde om voldoening te geven aan een geacht Amsterdamsch predikant, academie-vriend van dominé Roestink!

Ziet gij, de jongelui moeten nu weer eens een anderen weg uitgaan; wij oudjes scheppen pas adem van den goeden tijd, toen »men zijn naaste van den oever drong om een punt," zooals Vondel zegt, zij, die het juk nooit gedragen hebben, achten de palen te wijd gezet en de teugels los te hangen, omdat de toom niet knelt; zoodat het mij inderdaad niet verwonderen zou, als collega Roestink mee het oude enge padje op wilde, en zich wat naar die zijde liet heentrekken, maar toch al te ver ook weer niet, daar ben ik niet bang voor; hij heeft goed gestudeerd, heeft hart voor zijn ambt, heeft ambitie, gaven die hem verder zullen brengen, en daarenboven gezond verstand genoeg om te begrijpen, dat zulk een weg niet leidt tot een goed beroep of een professoraat."

Wat mij betreft, die knapentijd viel me zoo hard en bitter dat ik er geene enkele vroolijke herinnering van gehouden heb, dan alleen van die oogenblikken, waarin ik mijne moeder verschalkte en op den zolder zat te teekenen, of in die betere, wanneer Ds. Roestink mij door zijn vriendenwoord troostte." »Maar toch als gij samen waart met Frits?" vroeg zij zacht.

»Ja! ja! als men met mijn vrouwtje aan de praat raakt, is een uurtje om eer men 't weet," hernam Willems met eene poging tot scherts, die zeer weinig bijval vond. Sanne kneep de lippen samen, en snoot nog eens de kaarsen, par manière de contenance. Roestink scheen met strakke aandacht de drie kanten van zijn hoed te bezichtigen.

Hare consciëntie sprak haar niet vrij, al zou zij mogelijk de eerste zijn geweest om te ontkennen dat zulke commé-rage zonde zou zijn, zij voelde zich lang niet op haar gemak, en toen Roestink vroeg of haar meester te spreken was, stotterde zij het ontkennend antwoord en voegde er als vergoelijkend bij: »Maar de juffrouw wel, wil mijnheer niet binnenkomen?"

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek