United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Misverstand, dominé Roestink! ik geloof niet dat ik vrouw Snibs heb misverstaan, toen zij over mijn man klaagde alsof hij het ware licht niet had, en de gezonde leer verdraaide, ja, verduisterde; ik vraag u, kan dát mensch uit haar zelve op zoo'n inval komen, als anderen het haar niet hebben voorgezegd."

»En toen heb ik als vanzelf spreekt, het geval met de teekening verteld, en toen, hoe het bijgekomen is weet ik niet recht, maar het eene woord haalde het andere uit, toen kwam dominé Roestink op...."

»Gij hebt gelijk, geestdrift is gevaarlijk en onverstandig, vooral ten onzent," verzuchtte Roestink, en verviel in somber nadenken.

Eindelijk kreeg hij Zaterdagsavonds een kort en naar het hem voorkwam wat strak briefje, waarin Roestink meldde, dat hij nog niet in staat was voldoende ophelderingen te geven omtrent de bewuste zaak, dat hij desniettemin wel moed had op een eindelijk gunstig resultaat, maar dat hij collega raadde geduld te oefenen en zich zelf niet verder met onderzoek te vermoeien bij zijne catechisanten, daar hij, dus doende, hen in verzoeking zou brengen om listen en uitvluchten te bedenken tot schade van hunne consciëntie.

»En wat zei vrouw Snibs?" vroeg Roestink levendig, en zijne groote zwarte oogen uitvorschend op hem richtende.

Dominé Roestink, neem het niet kwalijk, maar u ziet wel in, dat ik hier niet op een kantoor kan gaan!" Roestink zag hem meewarig aan, schudde even het hoofd en zeide alleen: »Hecht niet te veel aan den indruk van het oogenblik, beraad u met uwe moeder." »Dominé Willems, als u met moeder over deze zaak wilt spreken en er mijn voogd gunstig voor weet te stemmen, zal ik u mijn leven dankbaar zijn!"

Juffrouw Willems was het niet geheel met hem eens, maar daar zij haast had haar hart over Roestink lucht te geven, bestreed zij dit punt niet verder. Of het vervullen der avondbeurt door dominé Roestink de meerderheid der E....sche gemeente stichtte dan wel ontstemde, ergernis gaf of voldoening, zal door ons niet nagespoord worden.

Hij geloofde niet meer aan zich zelven; hij durfde niets meer wagen; hij aanvaardde den terugtocht, en toen hij hier weerkwam, was hij als een veranderd mensch. »Had de onspoed hem in den goeden waren zin tot God gedreven?" vroeg Roestink belangstellend. »Helaas! daar zou ik geen ja! op kunnen zeggen.

Roestink zelf was juist de man niet om zich door zulke ontvangst te laten intimideeren, evenmin om er zich aan te ergeren.

Hij zelf had zich dien avond »wat onpasselijk gevoeld" en was dus maar niet onder 't gehoor van Roestink gekomen.