Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Daarin zullen de musschen hunne nesten bouwen en de ooievaars wonen. De hooge bergen zijn voor de herten en de steenrotsen voor de kornijntjes.... Ik zal den Heer zingen, lof zingen zoolang als ik ben!..." Pallieter sloeg het boek toe. Hij had onder het lezen goesting naar den smaak van honing gekregen, en hij at hem op een donkerbruin beschuitje. Wat was het toch een goed weêr!

Pallieter klapte in zijn handen, en daar kwamen de vijf honden aangebast en liepen met lange pooten dol vooruit. Lucifer droeg Pallieter door het achterpoortje dat op de Nethe uitgaf, en volgde dan den slingerenden waterdijk. Langs alle kanten opende zich nu in nieuwe heerlijkheid het wilde, zonnige, meigroene land dat heel in de verte in zilveren misten verblauwde. Dat haalde de ziel omhoog.

En herhaaldelijk klonk het melodisch van zware mannenstemmen "Ora pro nobis" en "Ora-Orate pro nobis". Pallieter bad innig mee. Hij was vol licht en leven, 't Kraakte in hem van geestelijken wellust. Hij had willen vlaggen zwaaien en mede rollen in den wind. Het bidden was hem te stil en hij verhief zijn stem en zong mee zoo luid hij kon met de Priesters: "De profundis clamavi ad te Domine!"

Daar hoog pinkelden de sterren en hieronder baden de menschen voor den Vrede, den Goddelijken vrede, die vandaag over de witte wereld kwam. Pallieter voelde dat, hij werd er koud van, haalde zijn jachthoren, en op de Begijnenvest blies hij, op het koperen tuig, den witten maannacht in.

Er was geroep en gejuich van weerskanten, en twee minuten later stonden Fransoo en zijn vrouw in een der hoogste molenvensters de reizigers met hunnen zakdoek na te wuiven. Ginder lagen de blauwe verten, ginder lag de wereld! Pallieter, die nevens het span ging, met den blauwen tweezak op den schouder, was er blij van ontroerd.

Ze wisten niet dat ze van vóór of van achter leefden en Pallieter zei daaruit: "nen boer me' verstand is e' staal van ne mensch." Wat later trokken ze tegelijk den hof in, in afwachting van de processie. Ze waren in groepjes verdeeld, en in dat rijke groen en schoone bloemen vlamden de koleuren van hun zijden halsdoeken.

't Was hier een licht alsof de avond al aan 't dalen was, en stil lijk onder water. En om iets te hooren riep hij met de hand aan den mond: "Pallieter!" Zijn naam gaf een galm lijk in een kerk en viel, na drie echo's door in de verre grijsheid van het bosch.

Van uit de keuken kwam de aangename geur van Zondagsoep; Pallieter vroeg een telloorken, en lepelde het rechtstaande in de herberg uit; maar Peterus, die steeds meegevlogen was, kwam verlekkerd door de soepreuk, aan de deur staan bedelen. Pallieter gaf hem twee frikadellen, en dan vloog de ooievaar weg, hoogopstijgend door de blauwe zonlucht, en liet zich dan voortdrijven op het licht.

"Zoe!" riep Pallieter, en met een kattenrapte, zette hij den graaf in gebogen houding naar het huis, en vóór deze zich had opgericht, hief Pallieter het rechterbeen op, riep "Vlam!" en liet een grooten wind. Tafels vielen, pinten braken, en Fransoo viel van het lachen op den grond.

Daar op den blijk lagen de afgeplukte appelen en, met den vollen schijn der koperen zon erop, sloegen zij het water in de oogen en brachten het hert omhoog. Elke appel was twee vuisten dik en donkerrood met botergele stralen. "Hun ziel komt erroep ligge," zei Pallieter verbaasd, "wie zij deurve denken da ze van binne witter zen dan melk?"

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek