Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 november 2025
Pallieter, nog op zijn paard gezeten en nat tot op het vel, zag naar Marieke, die lekkend van den regen, met losse haren, ademhijgend en stralend van geluk en levensgenot, van op hare reusachtige merrie naar hem glimlachte.
God, lieven Heer sto ma bij!" "Kom, kom," zei Pallieter, haar troostend, "'k was 't vergeten dagge wiezeke waart." En daarmee was de ruzie uit en 't werk geraakte gedaan. Charlot sloeg een anderen rok aan, rolde haar mouwen naar omleeg en droeg den grootsten pot naar den pastoor.
Die tjalk, zoo blij van kleur, was het schip waarmee Pallieter zijn huwelijksreis ging doen en de krone van het jaar, het dierbaar fruit, moest de scheepskas vullen, want niets anders zou hun voedsel zijn! En God! nooit was misschien de krone zoo zwaar en groot geweest!
Als Pallieter er goed van genoten had, ging hij in "De Zwaen" een potteke koffie drinken, en toen reden zij langs een anderen weg huiswaarts. Hier en daar hoorden ze vredig dorschgevlegel en jagerschoten en van achter een boschken kwam gekrijsch van een verken, dat men keelde. Pallieter zweepte op Beyaard, om er gauw bij te zijn.
Toen begonnen de vlieren aan 't venster te rieken. Pallieter ging eens naar achter en zag over het land en in de lucht, en hij zei binnensmonds: "Da weurdt nen aved van de duzend."
Heel de hof rook er naar, en nu was Pallieter al een heelen achtermiddag bezig met ze te ledigen en den honing in steinen potten te doen. Charlot hielp hem, werkte mee en droeg de potten één voor één, den koelen kelder in. Beiden lekten van het zweet en van de malsche honingspijs; ze plakten, en hadden werk om hun vingeren af te lakken.
"Daar is niets van gekocht; daar hebben mijn voorouders voor gevochten!" "Als 't ni mier is!" riep Pallieter, "wille w' er dan ook is veur vichte?" De graaf stond op bezag hem kwaad van kop tot teen, en vroeg uitdagend: "Spot gij met mijn voorgeslacht?" "En mè ij!" zei Pallieter. "O mijn eer!" kreet de jonge edelman. "Ik moet voldoening hebben.
Het eindigde met een gedempten snik, en toen bleef het stil. De regen leefde puntig op de ruiten, Pallieter liet een zucht. Marieke zuchtte hem na. Fransoo stak zijn sigaar opnieuw aan, en dit licht liet aan elkander zien, dat elk tranen in de oogen droeg, behalve Charlot, die op de stoofleuning ingeslapen was.
Pallieter stapte hier van den bok, die met zotte sprongen door de beemden wipte, hij zocht het malschste groen en dronk zijn dorst af aan de klare slootjes. Pallieter lei zich op den dijk den zotten wellust van den Mei te bezien. Wat later ging hij madelieven en boterbloemen plukken om Charlot blij te maken.
Morgen zou ze opnieuw het zoete Netheland beschijnen en ze zou de boomen en planten van geweld doen spreken en klappen, de bloemen doen breken van reuken, de bosschen doen denderen van 't danig vogelengefluit en hemzelf, Pallieter, een voet doen grooter worden. En hij sloeg van veel te groote blijdschap zijn beenen naar omhoog dat de lakens van het bed vlogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek