Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
"Nee ik wou te voet gaan." "Te voet! Nú te voet.... jij! Heeft tante je daartoe bepraat?" "Nee pa, maar August heeft wandelen zeer aangeraden. Ik moet bij de naaister zijn. Hendrik heeft iets vergeten." "Je schijnt vandaag bijzonder wèl te wezen, beste meid." "O, ik ben weer heel flink!" Zij zoent den vader op zijn hooge voorhoofd: "Toe, sluit u nu mijn epistel in; 't wordt immers tijd beste pa?"
"Ah zoo, was jij daar lief meisje; ik dacht.... ik droomde.... Als Hendrik naar stad gaat dan moet hij de boodschap bij Zoutenheer brengen.... dat ik.... wachten zal.... totdat...." "Totdat u weer beter bent; jawel dat is goed beste pa;" zegt Coba, en in de tranen die ze schreit mengden zich ook tranen van dank en van vreugd, De grijze generaal drukt Coba's hand, en trekt haar nader tot zich.
Meneer antwoordde niet. Grimmig stond-ie op, sloeg de smullende vliegen van de worst en z'n zakmes openend, begon-ie de vermolmdste planken te bewerken. "Pa wil ik u hèlpen?" , vroeg Amélie, thans ook down: "'k heb 'n nagelschaartje".... "Nee," weigerde pa stug, 't mes bekijkend dat al dadelijk 'n punt verloor.
Op de passer wemelt 't van matrozen en er zijn er twee met ons meêgegaan. Gauw ga hen zien, ze zijn voor bij Pa." Wij sprongen bij dat woord oorlogschip op, als werden wij door een bij gestoken en vóór broertje was uitgesproken, vlogen we reeds onze kamer uit naar voor. We zagen twee in 't wit gekleede heeren aarzelend ons erf opkomen; na een poos zagen wij hen met Pa in de middengalerij zitten.
Mijnheer Ovink wilde ons maar dadelijk meenemen. Wij hebben hen zoo lief, zoo lief, haast zoo lief als Pa en Ma. Wij missen hen erg, erg. Ik kan mij tot nu toe maar nog niet goed voorstellen, dat zij werkelijk van ons weg zijn. Wij hebben zóóveel met elkaar meêgemaakt. Hartelijk hebben wij al dien tijd elkaars familieleven meegeleefd.
"Ben jij daar Coba?" "Ja lieve pa." "Ik hoorde een rijtuig. Is de notaris er?" "De notaris....? Nee, dat geloof ik niet." "Als hij komt laat hem dadelijk boven." Jacoba voelt haar knieën knikken. Antwoorden kan zij niet. Zijn ademhaling is nog benauwder dan zooeven. Weer heeft ze de kamer verlaten.
»Wees maar niet bang, Dorus, 't zal best voor je afloopen, hoor. Nu dat geld hier gevonden is, zullen de menschen over het orgel bijna niet denken. En je Pa is niets boos. Dag! Ik ga den burgemeester halen. Je Pa heeft het mij bevolen.» En weg was hij. Ja, hij had gelijk. Nu dat geld ontdekt was, zou mijne domme daad spoedig op den achtergrond gedrongen zijn.
Pa vertelde het ons in geuren en kleuren toen hij uit de kerk kwam, en hij wist het uit eene goede bron, want hij was den burgemeester tegengekomen, en deze had het hem verteld. Wat was er toen op ons dorp veel stof tot spreken, en wat hadden sommige menschen verbazend veel te zeggen van de Van der Vliets, wier naam plotseling op aller tong zweefde.
»'t Is eene mooie geschiedenis,» zei ik, wel een beetje onrustig, nu het zoo laat werd, eer ik thuis kon zijn. Want het was een vaste regel bij ons, dat wij vóór donker binnen moesten zijn. Pa hield daar streng de hand aan. Wij brachten nog ruim een half uur zoekende door, zonder evenwel eenig spoor van Pieter te ontdekken.
»Als u 't niet gauw zegt....«, dreigde ze. Pa deed precies, of hij schrok. »Nee, nee«, zei hij, »maak geen Chinees van me. Ik zal je alles vertellen. We.... gaan.... Nou, raadt eens! Moe eerst!« »Eten«, zei moe. »Ja, dat ook; maar dat bedoel ik niet.« »Naar de bioscoop«, riep Jo. »Mis, mannetje. Nou jij nog, kleine heks!« »Een uitstapje maken naar Haarlem.« »Ook niet. Dan zal ik 't maar zeggen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek