Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
»Ik geloof het gaarne, oudje! Ook ik heb het vaderland slechts gedwongen en met een bloedend hart verlaten. De goede goden wonen alleen in Egypte aan den heiligen, gezegenden Nijl; het buitenland behoort aan Seth !" »Dat gezegend mocht ge wel weglaten!" bromde de oude. »Gij doet mij schrikken, vadertje, wat is er voorgevallen dat.....?" »Voorgevallen? Hm Fraaie dingen waarachtig!
Het oudje zeide: O milddadigheid van Nathan, wat zijt gij wonderbaar! Want ik werd nooit na door de twee en dertig poorten van zijn paleis te zijn binnengetreden en hem een aalmoes te hebben gevraagd door hem herkend, zóó dat hij het toonde, en kreeg die altijd en hier ben ik er nog geen dertien door gegaan of ik word herkend en berispt. Zonder terug te keeren ging zij heen.
Toen het eindelijk klaar was zette zij den borstel achter 't houten schut naast het kleingeruit venster, en even verwonderd dat zij 't oudje nog niet hoorde opstaan, stak zij weer het binnendeurtje open en riep opnieuw: "Moeder?... Zij-je wakker? De káffee es geried!" Nogmaals geen antwoord. Verwonderd trad Rozeke 't kamertje binnen. "Moeder?... sloapt-e nog dan?" vroeg zij.
"In de astransie...." herhaalde Wessels: "Joa b'ron, 'k zal oe zeggen, 'k zou wel ..." "Nu, nu," viel de steeds haastige baron weder in: "da's ook jou zaak. Zie zoo, 't is uit de wereld, nietwaar? Vaarwel oudje, ik heb nog wat te doen." "'k Blief de b'ron.... meer as duuzendmoal verplicht. 'k Zal wel....." "Best, best!" zei Van Sommer: "Pas maar op in 't vervolg. Dag Wessels."
Verbaasd keek ik het oudje aan. Hoe wist die? Hoe kon hij weten wat er destijds.... Ik keek hem aan met scherper aandacht en eensklaps kwam het mij voor alsof ik ook d
"Wees een zegen, een toevlucht voor velen; de boom, in wiens schaduw velen eene schuilplaats vinden voor de hitte des daags" is de zegenwensch van menig oudje voor me. Moge ik beantwoorden aan de verwachtingen der eenvoudigen van hart.
De vrouw uit de buurt, die enkele oogenblikken later met Rozeke in 't huisje aankwam, ging recht op 't oudje af, keek het strak-gele gezicht van dichtbij aan, opende de oogleden, die langzaam over de glasachtig- stijve oogballen weer neerzakten, hief den arm op, die als lood weer neerviel.... En, zich omkeerend tot Rozeke, die stokstijf, met lijkbleek gelaat en van schrik uitgezette oogen op den drempel stond zonder te durven binnenkomen: "Z' es deud! z' es al stijf en kaud!" zeide zij, meer verwonderd dan verschrikt.
De baron lag weer in zijn voltaire, en ontving den zenuwachtigen oude even vriendelijk als vroeger. "Wat.... was er van.... de b'rons.... blieven?" zeide Arie eindelijk, knikkende en hakkelende. "Wat mij belieft, oudje," zeide Van Sommer: "dat zul jij 't best weten. Waar zit de pacht, vrind?"
"Wat 'n goede ziel!" dacht het oudje; "zij die zoo gehoorzaam en zoo inschikkelijk tegenover iedereen is! Ik heb meer zonden gedaan, en ik heb nooit echt kunnen schreien." En ze begon aan 't vijfde gebod, met nog meer zeurigheid en zoo mogelijk nog erger neusgeluid, en met zooveel geestdrift, dat ze 't gesnik van haar nichtje niet hoorde.
En, ik kan je niet zeggen, wat een dot ik je vind, mijn goed, goed oudje! riep Eline. Ik ben zoo blij, dat ik bij je mag komen.... Zij knelde de weenende oude vrouw steeds in hare armen en mevrouw Van Raat deed haar zitten op de canapé en zette zich naast haar, met den arm om heur middel. Wat was het een tijd, dat zij Eline niet gezien had, en hoe zag Eline er uit? Goed? O ja, ja!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek