Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
»Dezelfde man waar ik u van vertelde, die in de herberg tegen me aanliep,« zei Oliver. »We keken elkaar vlak in 't gezicht en ik kan er op zweren, dat hij 't was.« »Zijn ze dezen kant uitgegaan?« vroeg Harry, »weet je 't zeker?«
Nu hij de bijeenkomst met zijn brunette heeft gehad, geeft hij Oliver gelegenheid, er een met zijn blondine te hebben en vertrekt naar Het Geschilderde Huis, waar Antony belooft, zich dien avond nog bij hem te voegen.
Oliver, wiens oogen glinsterden toen er van eten gesproken werd, en die brandde van verlangen om er op aan te vallen, antwoordde ontkennend, waarop hem een bord met etensafval en kliekjes werd voorgezet.
»Dat zouden zij zeker,« stemde Oliver's weldoenster toe, »en dokter Losberne is al zoo vriendelijk geweest te beloven, dat hij je, zoodra je sterk genoeg bent om de tocht te doen, naar hen toe zal brengen.« »Heusch juffrouw?« riep Oliver, terwijl zijn gezicht van blijdschap opleefde. »Ik weet niet wat ik doen zal van vreugde als ik die lieve gezichten weer zie!«
»Dat is hij, Fagin,« zeide Jack Dawkins, »mijn vriend Oliver Twist.« De Jood grinnikte; hij maakte een diepe buiging voor Oliver, nam zijn hand en hoopte, dat hij de eer zou hebben, nader met hem kennis te maken. Hierop kwamen de jongelui met de pijpen om hem heen staan en schudden heel hard zijn beide handen vooral die, waarin hij zijn bundeltje hield.
Het is de vierde dag, hij heeft niets van Oliver gehoord en hij maakt zich dus zeer ongerust. "Slaapt gij gewoonlijk aan boord?" vraagt Jan Olins, na de gebruikelijke begroeting, aan zijn kapitein. "Neen, aan land. Soms in de herberg, die gij mij hebt aanbevolen, en soms bij een vriend, een schilder." "Welnu gij zult mij zeer verplichten, als gij vannacht aan boord wilt blijven.
Nauwelijks hoorden zij het geschreeuw en zagen zij Oliver weghollen, of zij kwamen, dadelijk begrijpend hoe de zaken stonden, vlug te voorschijn, schreeuwden mee: »Houd den dief!« en namen als goede burgers deel aan de algemeene jacht. Ofschoon Oliver zijn opvoeding ontvangen had van philosofen, had hij zich niet de schoone theorie eigen gemaakt, dat zelfbehoud de eerste wet is der natuur.
»Kom,« zei de heer Brownlow, »Oliver Twist is heel anders, dus je hoeft je niet kwaad op hem te maken.« »Best mogelijk!« zei mijnheer Grimwig. »Misschien is hij nog erger.« De heer Brownlow kuchte ongeduldig, wat Mr. Grimwig bijzonder vroolijk scheen te stemmen. »Misschien is hij nog erger, zeg ik,« herhaalde de heer Grimwig. »Waar komt hij vandaan? Wie is hij? Wat is hij? Hij heeft koorts gehad.
Om de tafel zaten vier of vijf jongens, niet ouder dan de Vos, die lange pijpen rookten en drank dronken alsof zij mannen van middelbaren leeftijd waren. Zij drongen allen om hun kameraad heen, terwijl deze den Jood enkele woorden influisterde; toen keerden zij zich om en keken grinnikend naar Oliver. De Jood deed het ook, met zijn vork in zijn hand.
Hij wierp het deksel van het kistje met een smak dicht en keek woedend op, terwijl zijn hand een broodmes, dat op tafel lag, vastgreep. Doch hij beefde hevig, want zelfs in zijn schrik kon Oliver zien, dat het mes trilde in de lucht. »Wat moet dat?« zei de Jood. »Waarom begluur je me? Waarom ben je wakker? Wat heb je gezien? Spreek op, jongen! Gauw! Gauw! of ik zal je....«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek