Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Links in de diepte lag het dorp; maar om daar te komen, na in de richting gegaan te zijn, die Oliver aanwees, moesten de mannen over een open stuk grond gegaan zijn, wat zij onmogelijk in zoo'n korten tijd hadden kunnen doen. In andere richting werd het weiland omzoomd door een dicht bosch, maar deze schuilplaats konden zij om dezelfde reden nog niet bereikt hebben.
Oliver zou zeker een Christen geweest zijn en een wonderbaarlijk goed Christen ook, als hij gebeden had voor de menschen, die hem te eten gaven en verzorgden. Maar hij had het niet gedaan, omdat niemand het hem had geleerd. »Nu, je bent hier gekomen om opgevoed te worden en een nuttig ambacht te leeren,« zei de heer met het roode gezicht in den hoogen stoel.
Oliver at de soep met ongewone haast op. Nauwelijks was de laatste lepel vol naar binnen, toen er zachtjes op de deur werd geklopt. »Binnen!« zei de oude dame, en binnen kwam Brownlow.
Oliver kon niet antwoorden, maar zijn oogen zeiden hoe verlangend hij was, dadelijk op weg te gaan. »Hier is nog een brief,« zei mevrouw Maylie en dacht een oogenblik na, »maar ik weet niet goed, of ik hem nu zal verzenden of wachten zal, tot ik weet, hoe 't met Rose gaan zal. Ik zou hem alleen verzenden, als ik het ergste vreesde.«
Laat uw mannen haast maken met het lossen. De sleutel nº. 1 is reeds besteld. Nº. 3 breng ik morgen naar Brussel en ik laat nº. 2 onderweg te Mechelen. Zie intusschen zoo spoedig mogelijk uw lading aan wal te brengen." "Hoe lang moet gij in Brussel blijven?" "Totdat de sleutel klaar is, waarschijnlijk vijf dagen," antwoordt Oliver. "Zoo lang? Gij weet, dat spoed een eerste vereischte is.
Het gezicht van de oude vrouw was gerimpeld; haar twee eenig overgebleven tanden staken vooruit over haar onderlip en haar oogen waren glanzend en scherp van blik. Oliver werd angstig als hij haar of den man aankeek. Ze deden hem denken aan de ratten, die hij buiten had gezien.
»Kom,« zei de Vos, en keerde met de bedachtzaamheid van zijn vak, die heel zijn wezen kenmerkte, tot het punt van uitgang terug, »kom, dit heeft niets te maken met ons groentje hier.« »Dat is zoo,« zei Charley. »Waarom ga je niet bij Fagin in de leer, Oliver?« »En maakt met eigen hand je fortuin,« voegde de Vos er met een grijns bij.
De agent vertelde met gepaste nederigheid, hoe hij de beschuldiging had uitgebracht, hoe hij Oliver gefouilleerd en niets op hem gevonden had, en hoe dit alles was wat hij wist. »Zijn er getuigen?« vroeg Mr. Fang. »Neen Edelachtbare,« antwoordde de agent. Mr.
Nu bleef hij bij den schoorsteen staan, dan bij de deur, met den schijn alsof hij ingespannen voor een winkelraam stond te turen. Op zulke oogenblikken keek hij telkens om zich heen, uit angst voor dieven, en klopte beurtelings op zijn zakken, om te voelen of hij niets verloren had. Hij deed dit alles zoo grappig en natuurlijk, dat Oliver lachte tot de tranen hem over de wangen rolden.
»Een aardige jongen, vind je niet?« vroeg mijnheer Brownlow. »Ik weet niet,« antwoordde de heer Grimwig norsch. »Weet je 't niet?« »Nee. Ik weet 't niet. Ik zie nooit eenig verschil tusschen de ééne jongen en de andere. Ik ken maar twee soorten van jongens. Jongens met meelgezichten en jongens met biefstukgezichten.« »En wat is Oliver?« »Een meelgezicht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek