Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 november 2025
Om nu echter nog even tot den stralenden lichttoren zelf onze aandacht te bepalen, nadat we wat vogels hebben nageöogd, die zich neerzetten op zijn transen of er in slaagden den invloed zijner glans te ontkomen en hem voorbij te varen in hun vlucht: Heine bedoelde ongetwijfeld iets dergelijks als dit laatste wat ik opmerkte omtrent Bonn, toen hij zei, dat ieder dichterlijk aangelegde wel 'ns een episch of andersoortig gedicht kon schrijven, maar dat de toetssteen voor den dichter het lied was; doch zoo men het al niet uit zijn geheele oeuvre wist, zijn inkleeding van die meening laat sterk voelen hoe door en door een lyricus ook hij was; neen, zeker, ook in Heine's genie was nagenoeg niets episch. En indien we nu zoowel naar Bialik zien, die een poëem schrijft, waarin hij naar Slousch's getuigenis, de Kischinewsche gruwelen haarfijn beschrijft, als naar Heine, die ten deele de kracht zijner felle satyre ontleende aan het scherp zien der realiteit, dan wordt het duidelijk, dat men ter verklaring waarom zich bij de Joden het naturalistisch-episch genie niet ontwikkeld heeft, zich niet van hetgeen Slousch opmerkt bedienen kan. Deze zegt nml.: ... "les lettres hébreux aimèrent
Toch zou ik wel 'ns willen weten, dacht-i, waarom die goeie pastoor zoo doof is aan z'n linkeroor? Hierover peinzende viel-i ten-laatste in slaap. 't Was donderdag geweest en vrydag geworden, en Wouter werd, op 't kantoor komende, verrast met de uitnoodiging om den volgenden dag zich te komen verlustigen op Groenenhuize.
Als er volk is, zyn de kinderen altyd zoo lastig... wat hoor ik daar weer? Myntje, ga 'ns gauw kyken, en zeg dat ze slapen moeten. Myntje ging, en kwam terug met de tyding dat "ze wat hadden omgegooid." Algemeene strafoefening. Vinnige boodschap van de juffrouw van "achter-onder."
Ieder wilde doorgaan voor 't middelpunt der gebeurtenissen die 'r werden verhaald. Ik wou wel 'ns weten waar de jongeheer van der Gracht blyft, zei jufvrouw Laps. Ja, oom, er is 'n verrassing... 't Was jufvrouw Pieterse niet aangenaam, dat er werd uitgezien naar iemand anders, als zy iets te vertellen had. Nu dan, wy zeiden ... ja wat zeiden we ook, Sertrude?
Kleine Kee scheen minder gestreeld. Waar was ik weer? Ja, dat is m'n godsdienst, zeg ik maar. 't Is 'n getob met die kinderen, mensch, je wéét 't niet! En ik vind, als ik ze goed opbreng... ga jy nu 'ns, Pietje, en breng Simon terecht, die knypt zeker z'n zussie weer, dat doet-i altyd als 'r volk is. Simon werd terechtgebracht.
Ik kan u niet genoeg zeggen, moeder, hoe de jeugd zich daarvoor moet in-acht nemen. Ik zeg 't de jongens alle dagen op m'n school... Hoorje 't, Wouter? Let daar 'ns goed op, en onthoud wat Stoffel zegt. Toen Stoffel merkte dat z'n kommentaar in den smaak viel, ging hy voort: Juist, moeder! De deugd moet geëerd worden. Dat is Gods wil, en wat God doet, is welgedaan.
Hoor 'ns hier, vryster, ik zal jou eens wat zeggen, maar je moet er niemand overspreken. Hy is 'n zonderling kind, weetje ... Ja, zuchtte Kaatje, volkomen overtuigd. D
Kyk 't kind er 'ns disselaat uitzien, pater! De goede pastoor bekeek Wouter van onder tot boven, maar hy was nu juist de rechte man niet om den snit van 'n jas te-beoordeelen, en toonde dus minder verontwaardiging dan volgens Vrouw Claus behoorlyk zou geweest zyn. Nu, pater, jy weet dat zoo niet, maar hy is 'n fatsoenlyk mans kind, en ziet er uit als 'n schooier uit de polders.
De tooster en de kunstenaar zijn immer elkanders ergernis geweest. Als beiden aan 's levens zwaargeladen tafels zitten, schuinoogt de eerste in lacherig en gòeig-spottend misprijzen hij is zoo'n altijd-joviale, bolwangige, rondbuikige en áárdige kwant naar den laatste, die saaie piet, die verhevenling, van wie ze, godbetert, zeggen, dat-ie zoo'n genie is, maar die nou nooit 'ns zoo'n wat je noemt leuken, w
Hy zocht 'n middel om 't huis te verlaten, en was juist gereed met 'n voorwendsel, toen er gescheld werd: Daar is ze, riep Petro die 't spionnetjen in 't oog had. Daar is ze-n-al. Ze heeft 'r zwart merinossen japon aan, en drie korenbloemen op 'r hoed. Toe, Wouter, je moet toch uit, doe jy maar 'ns open, als 'n jongen! Hm, dit had-i liever niet gedaan! Op zoo'n wys hielp 't uitgaan niet veel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek