United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij beitelde de zestig kolommen van de galerij, die de binnenplaats omgeeft, een wonderbaar fantastisch, grotesk poëem, dat bijwijlen aan oostersche feëriën denken doet.

Een gezond gezicht, een vriendelijk bemoedigend gebaar zijn woorden, en zij zijn welsprekendheid en wijsheid, De bekoring van den oogopslag van sommige mannen en vrouwen, ook zij is vol welsprekendheid en wijsheid. Het werk waaruit de ziel spreekt is het poëem dier onhoorbare woorden der aarde, De meesters kennen die aarde-woorden en zeggen daarin meer dan in hoorbare woorden.

Ook kwamen dan weer de oogenblikken dat hij, onbegrensd vertrouwend op zijn krachten, zonder aarzelen de moeilijkste gedachten formuleerde; en het is dan ook de groote bekoring van dit poëem, dat de dichter er nergens stamelt of van inspanning hijgt. Goethe dunkt ons hier een Tantalos

De brugwachter leunt, als een mandataris in het volle besef van zijn verantwoordelijkheid, tegen de leuning; hij zwijgt en wacht op wat de schipper zal verkiezen te doen, die zijn schuit met de plechtige langzaamheid van een voorvaderlijke schildpad doet voortschuiven. Die brugwachter was inderdaad op zichzelf een echt hollandsch poëem.

Evenmin als om de helsche ondervindingen van Dante de Divina Commedia een tragedie is, evenmin is Faust zulks om het eerste deel des gedichts; en het tweede deel, dat "den weg van Faust" bezingt, is niet maar een toevoegsel, waarin de oorspronkelijke opzet van het poeem verloochend wordt, maar een van den aanvang af bedoelde voortzetting en de uitwerking der grondgedachte waarmee het gedicht opent: een goed mensch blijft in het duister gedrang zich van den rechten weg bewust.

De brugwachter leunt, als een mandataris in het volle besef van zijn verantwoordelijkheid, tegen de leuning; hij zwijgt en wacht op wat de schipper zal verkiezen te doen, die zijn schuit met de plechtige langzaamheid van een voorvaderlijke schildpad doet voortschuiven. Die brugwachter was inderdaad op zichzelf een echt hollandsch poëem.

Om nu echter nog even tot den stralenden lichttoren zelf onze aandacht te bepalen, nadat we wat vogels hebben nageöogd, die zich neerzetten op zijn transen of er in slaagden den invloed zijner glans te ontkomen en hem voorbij te varen in hun vlucht: Heine bedoelde ongetwijfeld iets dergelijks als dit laatste wat ik opmerkte omtrent Bonn, toen hij zei, dat ieder dichterlijk aangelegde wel 'ns een episch of andersoortig gedicht kon schrijven, maar dat de toetssteen voor den dichter het lied was; doch zoo men het al niet uit zijn geheele oeuvre wist, zijn inkleeding van die meening laat sterk voelen hoe door en door een lyricus ook hij was; neen, zeker, ook in Heine's genie was nagenoeg niets episch. En indien we nu zoowel naar Bialik zien, die een poëem schrijft, waarin hij naar Slousch's getuigenis, de Kischinewsche gruwelen haarfijn beschrijft, als naar Heine, die ten deele de kracht zijner felle satyre ontleende aan het scherp zien der realiteit, dan wordt het duidelijk, dat men ter verklaring waarom zich bij de Joden het naturalistisch-episch genie niet ontwikkeld heeft, zich niet van hetgeen Slousch opmerkt bedienen kan. Deze zegt nml.: ... "les lettres hébreux aimèrent

Rylejew was een dichter, men leest nog altijd met tranen in de oogen zijn profetisch poëem, waarin hij zich zelf onder den naam van Mazeppa verpersoonlijkt: het op een wild, onstuimig ros vastgebonden slachtoffer, dat, naar de woeste steppen meêgesleurd, er verlaten en eenzaam moest omkomen.

In het tweede poëem is Faust zijn eigen meester en betreedt door eigen streven den weg van het levensheil. Faust's moraliteit is dus: zichzelf te zijn, en het aktueel beginsel van zijn streven is het besluit tot de levende daad.

Hij beitelde de zestig kolommen van de galerij, die de binnenplaats omgeeft, een wonderbaar fantastisch, grotesk poëem, dat bijwijlen aan oostersche feëriën denken doet.