Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Ik zag haar eens, ganschelijk gekleed in groen; Zòò schoon, dat zij gewekt hadde in een steen, Die liefde die 'k gevoel reeds voor haar schaduw. 'k Noodde in een dal haar, bont van bloemig kruid Als kon zij minnen 'lijk een andre Vrouwe Rondom besloten door geweldige heuvlen.

En waar af en toe de flanken der bergen elkander naderden en slechts luttele ruimte overlieten voor de ijzeren baan, die door het puffende, achtwielige monster slechts langzaam veroverd werd, den blik begrenzende, de zon verbergende, daar was het uitzicht des te verrassender, als zich wederom de gansche omtrek aan ons oog vertoonde, badende in het gouden zonnelicht, dat de dalen vulde en de bergen streelde, dat de wouden kuste en op de watervlakten danste, dat minnen moest dit zijn land, dit land der zonne, der rijzende zonne.... Het was onvergelijkelijk schoon.

"Lunette Lunette " klaagde Galiëne, "ik zal u geen kwaad doen. Weet ik niet, dat gij om mij lijdt? Ware ik dood, o! te moeten leven in zulk een pijn, te leven, Lunette! Er is geen graaf en geen koning, dien ik kan minnen. Hem, dien ik liefheb, kan ik niet van me verdrijven. Is hij dood? Ik moet aan hem denken. Leeft hij, leeft hij?! Hij zou niet naar me vragen, en toch heb ik hem lief.

Seidi hare sijn hoghe gheslachte, Ende dan Venus in haer wrachte, Ende worde minnende den jongen man Soe mochte si hem segghen dan, Hoe dat hi ware comen hier; Want, her coninc, der minnen vier Mochte in uwer dochter openbaren, Als hi ware comen te sinen jaren. Daer omme en secht haer ghene dinc, Dan dat hi es een vondelinc; Te min so salder haer gheligghen an.

Bedroef u zegt zij tot het jonge meisje zoo weinig mogelijk om mijnentwille, hoe het ook met mij ga, hetzij in ronddolen door het land, hetzij in gevangenschap, want het is al der minnen werk, dat de "vreemden" niet kennen .

Houden wij der Minnen Loop ten slotte naast een vroeger leerdicht over dezelfde stof: den Spiegel der Minnen of den roman van de Roos, dan merken wij vrij wat verschil op. Het voornaamste punt van verschil is zeker, dat tegenover een vertaald werk nu een werk is gekomen dat oorspronkelijk mag heeten, al heeft het gelijk zoo menig ander oorspronkelijk werk een deel zijner stof van elders ontleend.

In des levens morgenkrieken, Als men 's levens zorg niet kent, Maar de vreugde, op rozenwieken, Zich betoovrend tot ons wendt Als wij in een waereld leven, Die de fantazy zich droomt, En het licht, waarin wij zweven, Uit ons eigen harte stroomt: Dan, wanneer, met ziel en zinnen, Zich de jeugd der blijdschap wijdt, Kunnen wij zoo teêr niet minnen Als in minder blijden tijd.

Hoe zal ik, meer haar kennend, haar vergoden, Als ik niet kennend, haar reeds zóó bemin? Thans zag ik nog alleen haar beelt'nis; die Heeft reeds mijn licht der rede dof geschenen; Doch als ik eens haar volle waarde erken, Dan helpt geen rede meer en ik word blind. Kan ik mijn dolend minnen teug'len, goed; Zoo niet, geen rust, eer zij me als gade groet. Aldaar. Een straat.

Hier schenk ik u, van heeler harte, ja! Mijn aandeel in de gunst van Hermia; Sta gij nu die van Helena mij af, Die ik bemin, zal minnen tot aan 't graf. HELENA. Nooit was een spotternij zoo laag, zoo laf!

De liefde wordt in de poëzie aangewend als een verstandsspel tot scherping van het vernuft. Een reeks van raadsels en vragen aangaande de minne, onder den titel Der Minnen Guet, was blijkbaar bestemd om door een spreker te worden gebruikt bij zijne voordrachten.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek