Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Ook in een bestiaire wij zouden zeggen: een beestenboek zooals een Fransch geestelijke van hoogen rang, RICHARD DE FOURNIVALL, er in den aanvang der 13de eeuw een schreef, dat toepasselijk was gemaakt op de liefde. Zulk een "bestiaris van minnen", waarschijnlijk uit dezen tijd, kwam gedeeltelijk tot ons.
Ze zou haar den dienst opzeggen... zoo'n schandaal... met zoo'n gemeene soldaat... Wat was die Dien 'n fatsoenlijke meid geweest... En had zij ooit... had zij ooit... Nou las ze van "burgerhuisjes" die te huur of te koop waren van dashondjes en smousjes, die tegen rembours verzonden werden van servetten, tafellakens, nachtjaponnen, luiers, die voor spotprijzen geannonceerd stonden van een verpleegster, die in een krankzinnigengesticht gevraagd werd van een baboe, van paarden, van droge minnen..., maar ze had d'r gedachten niet rustigjes bij de advertenties.
Mijn herte dat bernt als een gloet Als icse metten oghen anscouwe. Lieve moeder, edel vrouwe, Ic moetse minnen, wat ghesciet. Lanseloet, ic wille, ghi u bat besiet, U scone lijf, u hoghe gheboort, Ende werct na minen rade voort Ende wilt minnen uus ghelijc. Sone wetic wijf int kerstenrijc Die ic woude hebben voor Sandrijn. Ic woude, si mochte mijn eygen sijn, Lieve moeder, bi uwen danc.
Ja, ik hoogbegenadigde heb het Allerhoogste verstaan eeuwiglijk zal ik u minnen, Serpentina, nimmer verbleeken de gouden stralen der lelie, want eeuwig als Geloof en Liefde is het Begrip.”
Wij vinden hier dan ook wel verhalen uit Der Minnen Loop terug, doch alleen zulke die de auteur bij zijn strenger opvatting van de zedelijke verplichtingen der kunst oorbaar achtte. De neiging tot kleurensymboliek komt ook hier nog wel eens voor den dag en de "bose Hecuba" die het in Der Minnen Loop zoo moest ontgelden, wordt ook hier nog eens onder handen genomen .
Kompleet hebben wij daarentegen het lied van Gaiete en Oriour, twee zusters die een Zaterdag naar de beek gingen om te baden. »De lucht trilt en de takken wiegelen; mogen zij die minnen zoet slapen!" luidt het refrein als van een wiegelied.
Zoo is het minnen niet: het fladdert en doolt vroolijk om. Men heeft gezegd: Dwalen is menschelijk; ik zeg: dwalen is liefde. Ik bemin u allen, dames. O Zephine, o Josephine, lief gedeukt gezicht, gij zoudt allerliefst zijn, zoo uw gelaat minder breed was. Gij ziet er uit, alsof men er bij ongeluk op was gaan zitten.
Een gewone karaktertrek van het middeleeuwsch proza, het veelvuldig zinsverband met "ende", zooals men het nog kan opmerken bij elk kind dat iets vertelt, vertoont zich ook in dit proza. Hi is pelgrim ende hi siet sijn lanscap. Hi stridet in minnen om victorie, want hi siet sine crone."
Toch waren in hem nog krachten om te minnen, er was nog vuur van hartstocht over: hij gaf het aan enkele menschen, maar hij had méér noodig, iets algemeeners om zijn drang in te storten, zijn eenzaamheid mee te vullen. Die vervulling vond hij in de botanie, het bestudeeren en verzamelen van planten, dat hij vanaf zijn verblijf te Motiers met eenige onderbrekingen tot aan zijn dood toe voortzette.
Wat voor den man het fel-begeerde einddoel is, is voor haar een aanvankelijk ternauwernood klaar bewuste bijzaak, die bovendien eer afschrikt dan aantrekt. Haar blik reikt verder. Zonder zich duidelijk rekenschap te geven van het hoe, ziet de vrouw, hoe ook meegesleept door het zoet geheim van het minnen, zich in de verte al moeder. Het natuurlijke einddoel van de liefde der vrouw is moederschap.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek