United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gaarne had Lord Keith den vriend voor goed ondergebracht in zijn buitenverblijf te Colombier, waar de lucht zachter was dan in Motiers, en dat hij alleen 's zomers bewoonde. Maar Rousseau weigerde. Wel bezocht hij Lord Keith vaak, zij plachten dan samen den droom te droomen van het stichten eener kleine republiek op een der bezittingen van Lord Keith, in Schotland.

NOOT: "Mijnheer," luidde in de jaren van Motiers zijn antwoord aan iemand die hem vroeg waarom hij niet meer wou schrijven, "ik heb gezegd, wat ik wist, en misschien wat ik niet wist. Wat zeker is, is dat ik niet meer weet dan ik gezegd heb: ik zou dus niets doen als leuteren en het is beter dat ik zwijg."

Zonder zich te bekommeren om het feit, dat de senaat van Bern hem drie jaar geleden het grondgebied der stad ontzegd had, begaf Rousseau zich van uit Motiers naar het eilandje St. Pierre, in het meer van Bienne, dat aan het hospitaal van Bern behoorde en heden nog behoort. Hij was er eenmaal geweest op een van zijn zwerftochten; en hem lokte de welige vrede van dit aardsche paradijs.

Na die steeniging van Motiers heeft hij nooit meer iets anders gewild als rust en vergetelheid; hij heeft zijn stem niet meer verheven voor de idealen van recht en vrijheid, hij heeft niet meer de liefde tot de makkers, de begeerte voor het heil der menschheid te leven en te sterven als een heerlijke warmte in zich gevoeld.

In Motiers voelde hij zich spoedig geheel eigen, al hield hij in 't algemeen niet van 't slag menschen, hij vond ze vol pretenties en ijdel, van een overdreven, gemaakte vormelijkheid die hem verveelde en ergerde. Maar hij maakte toch verscheiden vrienden en vriendinnen, jonge meisjes en jonge vrouwtjes uit de buurt, aan wie hij zijn kantjes beloofden als zij zelf hun eerste kind zoogden.

Dicht achter Motiers vorkte het dal; die verleng-dalen boden vele bekoorlijke uitzichten; het land was vol romantische bijzonderheden.

Helaas werden het al te gauw herinneringen: Milord Maréchal kreeg moeilijkheden met de Zwitsers en verliet Neuchâtel 't jaar nadat Rousseau zich in Motiers had gevestigd; hij ging eerst naar Schotland, toen riep Frederik II hem naar Potsdam. Rousseau heeft hem nooit teruggezien.

Met de toelating tot het avondmaal zat het zóó. Het verzoek van Rousseau bracht den predikant natuurlijk in groote verlegenheid. Hem kortweg weigeren ging moeilijk: hij had vrijwillig verklaard de leerstellingen der kerk aan te nemen, hij was misschien een berouwvol zondaar; en dan, welk een eer voor den predikant om zulk een vermaard en gevierd man tot lid zijner gemeente te hebben! Aan den anderen kant: de "Geloofsbelijdenis van den Vicaire Savoyard" had toch eigenlijk weinig gemeen met het protestantisme: kon men den schrijver toelaten?... Het was een lastig geval voor dominé Montmollin.... Later beweerde hij, dat Rousseau hem had meegedeeld naar Motiers te zijn gekomen om zijn verdere levensdagen in rust en vrede te eindigen, en hem de schriftelijke belofte gegeven, niet meer te zullen schrijven. Daarop had Montmollin hem toegelaten, want zoo dit zoo was behoefde er immers geen vrees meer te bestaan voor nieuwe schandalen; Rousseau van zijn kant verklaarde, zich nooit te hebben beschouwd als gebonden door een belofte. Wel had hij aan den predikant gezegd, niet meer te zullen schrijven, maar, zooals hij het toevallig juist in dienzelfden tijd in een brief aan Milord Maréchal had uitgedrukt, die belofte van niet-schrijven was een belofte aan zichzelven gedaan, niet aan anderen, een voornemen, geen verplichting; als voorwaarde haar zich gesteld zien wilde hij allerminst. Daarom beschouwde hij het ook volstrekt niet als de schending eener belofte, dat hij in Motiers nog twee werken schreef tot zijne verdediging: de "Lettre

Rousseau nam haar aanbod aan; den 10den Juli, ruim een maand na zijn vlucht uit Montmorency, kwam hij in Motiers aan. Weldra voegde Thérèse zich bij hem; tranen van teedere vreugde vloeiden, toen zij elkander terugzagen. Motiers, in onze dagen bekend door groote asphaltmijnen, ligt in den Jura in een hoog en woest dal, dat door begroeide hellingen ingesloten van noord naar zuid loopt.

De levenswijsheid van wie veel-ervaren en veel geleden en geduld heeft geleerd, lag aan deze houding ten grondslag; en ook wel een weinig het sociaal-konservatisme van den angstigen kleinburger en de afkeer van den geboren droomer voor het onherroepelijke van de daad. Behalve brieven, stroomde het bezoekers naar Motiers. Gedurende de zomermaanden was Rousseau geen dag zeker voor een inval.