United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


Marten viel al dadelijk door de mand en nu werd ik geroepen. "Zeg eens, knaap, aan wien hebt gij verteld, dat we op de vloot van Jacob Van Heemskerk wachten en dat het dan rechtstreeks naar Spanje gaat?" "Ik heb het aan niemand verteld, kapitein!" "Lieg niet, jongen, ik vraag u, de waarheid. Hebt ge 't aan Zwijn overgebriefd? Zeg maar "ja", want uw gelaat wijst het uit, dat het zoo is!"

"Die komen mij toe, die heb jij gegapt!" ", wat ben je ordinair: "gegapt!" Je hebt ze me gegeven." "Dat lieg je!" "Nou goed dan: ik heb ze genomen, omdat ze bij Dorus hooren. 't Was noodig, dat ik ze bewaarde, omdat..." "Omdat je een serpent bent.

"Tom, Tom, ik zou het dankbaarste schepsel van de wereld zijn, indien ik gelooven kon, dat je ooit zulk een goede gedachte gehad hebt, maar je weet best, dat het niet zoo was." "Waarachtig, tante, ik heb het daarom gedaan; ik mag sterven, als het niet waar is." "Tom lieg niet, doe dat toch niet. Dat maakt het geval nog honderdmaal erger." "Ik lieg niet, tantelief; het is de waarheid.

Er is onder al de Boeren niet één gentleman, mijne heeren!" Van de naaste tafeltjes begint men te luisteren naar dit gesprek. »Als ik u vertel, mijne heeren," gaat de hooge boord voort, »dat de echte Boer zich om de twee jaren eens wascht, dan lieg ik, want hij wascht zich slechts eens in zijn leven, namelijk als hij gaat trouwen."

»Stil, kind, stil! Wij kunnen er niets tegen doen. O, burgemeester, zoek toch maar niet langer, want gij zult niets meer vinden, dat bezweer ik u, dan de enkele stuivers, die Kees en ik gisteren bij mijnheer Valk hebben verdiend. Waarachtig, mijnheer, 't is de waarheid ik lieg u niets voor, niets

Neem me niet kwalijk, Generaal. Je zat in Veenhuizen ...?" "Dat lieg je: in de Ommerschans ..." Dat wou ik zeggen ..."

"Wat deedt gij daar? Wat hadt gij daar aan dat gat noodig?" vroeg Old Firehand hem met een barsche stem. De dus toegesprokene keek verlegen naar den reus op, en stotterde: "Ik,... ik wilde.... Ik wilde eens zien, welken weg wij nu zullen gaan." "Lieg maar niet! Uw weg kent gij al. Die loopt uit op de rivier, naar de menschen, die zich daar bevinden."

Laat Santiago, onze gastheer 't maar zeggen, of ik lieg. Hij heeft daar veel land en daar hebben wij vriendschap gesloten. Nu goed, hoor nu 's, hoe die inlanders zijn: toen ik heenging deden me te nauwernood een paar oude vrouwtjes en eenige geestelijke broeders uitgeleide. En dat terwijl ik er twintig jaren geweest was!"

"Dat lieg je, want ik pruim of rook nooit" was 't bescheid. "Dan meschien van de domenees of de pastoor, of van die andere heere voor onze Zedelijke Verbetering, die d'r gevange medemensch nog 's 'n rookgeurtje wouwe gunne...." Maar omdat hij de waarheid niet had willen zeggen, moest ie toen in de strafcel, daar in den kelder; naar de bajen, zoo gezeid.

Zoo althans dacht Knox, en daarom antwoordde hij: "Natuurlijk moeten zij weten wat wij gedaan hebben, want wij zijn met hen mee komen rijden en reeds weken lang bij hen geweest." "Lieg niet!" "Ik zeg de waarheid. Vraag het maar aan Old Shatterhand; die zal u wel bewijzen, dat wij volstrekt niet degenen kunnen zijn, voor wie wij door u aangezien worden."