Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Zoo bereikten zij de open vlakte, juist op het oogenblik, toen de kleine kibbelpartij tusschen Jemmy en Hobble-Frank geëindigd was. Toen zij het bij het vuur zittende gezelschap gewaarwerden, hielden zij een oogenblik halt, doch begrepen dadelijk, dat zij van die lieden slechts goed en geen kwaads te verwachten hadden. "Dus, jagers, begrepen?" fluisterde Knox tegen Hilton. "Ja," antwoordde deze.
De hoofdman gaf een sein, waarop de Roodhuiden kwamen aansnellen; weldra wemelde de geheele vlakte van hun aantal. Hilton en Knox werden met riemen geboeid. Zoodra de Groote Wolf van scalpeeren gesproken had, was Old Shatterhand weer de rots opgeklommen om geen getuige te zijn van het barbaarsche schouwspel, maar aan zijn metgezellen mee te deelen welk resultaat hij bereikt had.
Zoo althans dacht Knox, en daarom antwoordde hij: "Natuurlijk moeten zij weten wat wij gedaan hebben, want wij zijn met hen mee komen rijden en reeds weken lang bij hen geweest." "Lieg niet!" "Ik zeg de waarheid. Vraag het maar aan Old Shatterhand; die zal u wel bewijzen, dat wij volstrekt niet degenen kunnen zijn, voor wie wij door u aangezien worden."
"Moorden?" vroeg Knox, die zich nog hoopte te redden door alles te ontkennen. "Daar weten wij niets van. Wien zouden wij vermoord hebben?" "Zwijg hond! Wij kennen u; en ook deze bleekgezichten, die door uw toedoen in onze handen zijn gevallen, weten wat gij gedaan hebt." Knox was een sluwe kerel. Hij zag Old Shatterhand ongedeerd en ongedwongen naast den Roodhuid staan.
"Maar zij zullen ons vragen waar wij vandaan komen!" "Dan laat gij mij maar antwoorden." Nu zag Old Shatterhand de twee. Een ander zou geschrikt zijn; maar bij hem was schrikken een onmogelijkheid. Hij nam zijn karabijn in de hand, en nam hen, terwijl zij naderbij kwamen, goed op van het hoofd tot de voeten. "Good day, messieurs!" groette Knox.
Frank wierp, zichtbaar gestreeld, een dankbaren blik op den spreker, en deze vervolgde: "En de laatste naam, dien ik u nog te noemen heb, is stellig nog beter bekend, dan de mijne. Ik denk ten minste wel, dat gij wel eens van Old Shatterhand hebt hooren spreken." "Old Shatterhand?" riep Knox, met alle kenteekenen van aangename verrassing. "Is het wezenlijk waar, sir! dat gij Old Shatterhand zijt?"
Nu en dan stond er eens een van hen op, om langzaam voorbij de tent te loopen en meteen een schuinschen blik op de blanken te werpen. Van Knox en Hilton was niets te zien, en evenmin iets te hooren; maar toch kon men veronderstellen, dat hun toestand niet zoo bevredigend was als op dit oogenblik die van Old Shatterhand en zijn metgezellen.
Ik heb geen Indiaan doodgeschoten. Dat heeft Knox gedaan!" "Lieg niet! Het is een schaamtelooze lafhartigheid, de schuld op hem alleen te willen schuiven. Voel liever berouw over alles, wat gij misdreven hebt, opdat het u vergeven moge worden in de wereld hiernamaals!" "Maar ik wil niet sterven; ik kan niet sterven! Help, help, help!"
Nu gaf hij de pijp aan Old Shatterhand terug, en ging naar Knox en Hilton, die nog precies zoo lagen als zij neergeslagen waren. "Neen," antwoordde Old Shatterhand, aan wiens scherpen blik het gedurende zijn gesprek niet ontgaan was, dat beiden even het hoofd hadden opgetild, om rond te kijken.
Knox wist niet meer wat hij zeggen zou. Tegen de scherpzinnigheid van dezen man was hij niet opgewassen. Zooals het met zulke lieden in dergelijke gevallen doorgaans gaat, ging het ook met hem: Hij nam ten laatste zijn toevlucht tot grofheden. "Sir! ik heb veel van u gehoord, en u voor een gansch ander mensch gehouden," zei hij. "Gij redeneert als iemand, die droomt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek