Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
TITUS. Dank, Rome, gij hebt liefdrijk mij den troost Mijns ouderdoms behoed, mijn hart verblijd! Lavinia, leef; en overleve uw deugd Uw vader, al zijn roem, in eeuw'ge jeugd! MARCUS. Lang leve Titus, mijn geliefde broeder, Wiens zegepraal nu Rome's oogen streelt! TITUS. Heb dank, tribuun; dank, eed'le broeder Marcus!
TAMORA. Al hadt gij in persoon mij nooit gekrenkt, Om zijnentwille ben ik deernisloos. Denkt, knapen, hoe 'k vergeefs mijn tranen plengde, Opdat uw broeder niet geofferd wierd; Maar Andronicus bleef toen onbewogen. Dies weg met haar, en doet met haar uw wil; Wie 't meest haar deert, zal mij het liefste zijn. LAVINIA. O Tamora, verwerf den naam van goed, En geef mij hier den dood met uwe hand.
JONGE LUCIUS. Toen vader nog in Rome was, ja zeker. MARCUS. Wat wil Lavinia toch met die gebaren? TITUS. Ducht, Lucius, niets; zij heeft een doel hiermeê. Zie, Lucius, zie, hoe zij op u gesteld is; Zij wil, dat ge ergens met haar medegaat. O knaap, Cornelia las niet vlijtiger Haar zonen voor, dan zij met u gedichten En Cicero's Orator heeft gelezen.
Verder is nog de matiging op te merken, die Shakespeare zelfs in dit gruwelijke stuk in acht weet te nemen: als de mishandelde en vreeselijk verminkte Lavinia voor Titus geleid wordt, als hem de hoofden zijner zoons gebracht worden, als Tamora verneemt, welk een maal zij genoten heeft, spaart de dichter ons uitbundige jammerklachten en vervloekingen, een matiging, waartoe nòch Marlowe nòch eenig tooneelschrijver dier dagen in staat zou geweest zijn.
Lavinia, schoon gij smaad'lijk mij verliet, Ik vond een bruid, en zwoer bij dood en graf, Niet dan gehuwd te keeren van den priester. Komt; zoo ons hof twee bruidjes kan onthalen, Zijt gij mijn gast, Lavinia, met uw vrienden. Een dag zij 't van verzoening, Tamora. TITUS. En morgen, zoo 't uw majesteit behaagt Den panther en het hert met mij te jagen, Begroeten wij met hoorn en hond uw hoogheid.
Maar de laatste dag komt er een prachtige stoet van maagden aanzetten die de bewondering der hovelingen opwekken en ten slotte de feeënkoningin op een wit paard, in een wit gewaad, maar zo dat haar gehele lichaam door alle aanwezigen te zien komt, Venus noch Dido noch Lavinia waren schoner dan zij, zo wonderbaarlik schoon is zij dat allen erkennen moeten dat de jonge man niet gepocht heeft.
Vaarwel, trotsch Rome; u laat, tot hij hier keert, Thans Lucius panden, dierb'rer dan zijn leven! Vaar gij, Lavinia, eed'le zuster, wel; O waart gij als gij vroeger zijt geweest! Doch thans leeft Lucius, leeft Lavinia niet, Dan in vergetelheid en naamloos wee.
Daarin te werken komt voor als tuchtstraf voor slaven. Deze liep van Rome langs Labicum en sloot zich verderop aan de via Latina aan. Lavicum = Labicum. Lavinia, dochter van Latinus en Amata. Ofschoon zij verloofd was met Turnus, werd zij aan Aeneas tot vrouw gegeven, toen deze in Italië aankwam.
Wat zoudt gij zeggen, als ik u liet spreken? Gij kondt uit schaamte geen genade vragen. Hoort, schurken, hoe ik u te mart'len denk. 'k Hield één hand om uw kelen af te steken, Terwijl Lavinia met haar stompen 't bekken Zal houden, dat uw schuldig bloed ontvangt. Gij weet, uw moeder wenscht bij mij te spijzen; Zij noemt zich Wraak en mij houdt zij voor dol.
Lavinia, de dochter van Latinus, was met hem verloofd, en toen nu haar vader hare hand aan Aeneas schonk, trachtte T. zich met geweld van wapenen hierover te wreken. Turpilius, rom. blijspeldichter, een tijdgenoot van Terentius, die ook grieksche modellen, vooral Menander, volgde. Van 15 zijner stukken zijn fragmenten over.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek