Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Gevleid door de zeer groote belangstelling der kruideniersvrouw, die met een verbaasd gezicht naar haar luisterde, terwijl Evert steeds met grappige vragen tusschenbeide kwam, als hij niet begreep wat zij zeide, babbelde Elsje druk voort, totdat de schel der winkeldeur en het binnenkomen van een klant haar stoorden en zij opsprong met een: "Maar nu moet ik heusch terstond weg."

Wat zou het heerlijk zijn, als hare tante nog van besluit veranderde en haar toestond hare vrienden geregeld te bezoeken al was het maar één keer in de maand bij voorbeeld. Over mevrouw d'Ablong en Cécile had zij heel weinig met de kruideniersvrouw gesproken hare natuurlijke fijngevoeligheid had haar daarvan weerhouden.

U zult wel gelijk hebben, het zal beter zijn dat Elsje niet meer hier komt." En met driftige haast begon zij de theebussen en trommels op de planken aan den muur te verschikken. Mevrouw d'Ablong wachtte even, kuchte en zei eindelijk: "Dan zullen wij nu maar heengaan, juffrouw. Ik dank u nog zeer voor uwe vriendelijkheid jegens mijn nichtje." De kruideniersvrouw keerde zich snel om.

"U bent zeker de moeder van dit jongetje?" vroeg mevrouw d'Ablong beleefd, maar zeer uit de hoogte en zonder er aan te denken dat zij Evert in zijn verhaal stoorde. "Jawel mevrouw," antwoordde de kruideniersvrouw, terwijl ze met een verwonderden blik nu eens naar Elsje, dan naar mevrouw d'Ablong keek.

"Maar u wilt het toch zeker wel aannemen voor den spaarpot van uw zoontje? Ik .... ik wou u ook nog even zeggen ... u begrijpt ... mijn nichtje leeft in zoo'n geheel andere omgeving.... Ik geloof dat het voor beide partijen aangenamer zal zijn, als zij u niet meer bezoekt." Elsje werd vuurrood en keek het raam uit. Zij kon de goede kruideniersvrouw niet langer aanzien.

Zij was erg bang dat de kruideniersvrouw haar mantel niet terug zou krijgen en eerst toen haar tante haar vast had beloofd dat het kleedingstuk nog dien ochtend door den oppasser zou worden terug bezorgd met een vriendelijk briefje en toen ze nog eens en nog eens had gehoord dat niemand boos op haar was, liet ze zich overhalen naar boven te gaan en zich door Keetje, die nu natuurlijk bizonder hartelijk voor haar was, te laten uitkleeden.

Hij rust hoogstens drie of vier uur in de vier-en-twintig uur en zit de overige twintig op zijn kruk, met het lijf gebogen, den rug gekromd en met de verdofte oogen naar beneden kijkend. Hij is getrouwd. De vrouw is een zware gezonde vrouw, breed van boven, breed beneden. Een vijfde kind is op de komst. Ze staat net te praten met de kruideniersvrouw.

Een half uur later stond Elsje met een bedrukt gezicht en rood beschreide oogen naast de goedhartige kruideniersvrouw op een klein, hoogst eenvoudig gemeubileerd zolderkamertje met een bedstee, waarvoor hardgele gordijnen hingen. "Kijk," zei haar gastvrouw, de gordijnen opentrekkend, "het bed is groot genoeg en ik heb er mooi, schoon linnen voor je opgelegd.

"Ik geloof dat u iets vergeet, mevrouw," zei ze, toen zij het geld nog op de toonbank zag liggen. Mevrouw d'Ablong deed precies alsof zij haar niet hoorde en liep den winkel uit. Elsje volgde langzaam. Met een bedroefd gezicht wendde zij zich nog even om, keek de kruideniersvrouw smeekend aan en fluisterde: "Houd het als 't je blieft voor Evert, och toe, als 't je blieft.

Want dit is een schaduw, een schaduw van angst. De heele buurt is rustig. De hemel is zwart, zonder sterren. Op hun bedden liggen de menschen. De kinderen zijn vroeg onder de wol gestopt. Al de dikke, gezonde kleuters, die den heelen dag geravot hebben, liggen. De dikke kruideniersvrouw ligt. De schoenmakersvrouw ligt. Alles slaapt.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek