Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Aanstonds trad zij weder naar de piano: "Daarboven fonkelt hel een ster, Die stil op aarde ziet, En 't Eng'lenheir, dat zingt van ver Een jub'lend Kerstnachtlied. En om de schaam'le kribbe straalt Een wonderheerlijk licht; Een kindje ligt op 't harde stroo, Met godd'lijk aangezicht. Verblijdt u dan in dezen stond, Die vrede op aarde geeft!

Hij noemt zich: »Frater Thomas de ordine Praedicatorium, Dominici praesepii et virginalis puerperii custos indignus, Apostolicae Sedis Legatus." »Broeder Thomas van de orde der predikheeren, onwaardige bewaker van de kribbe van Dominicus en het maagdelijk kraambed, legaat van den Apostolischen zetel."

Een dienaar ontdeed hem van zijn wapenen, en de jonkvrouw zag den ridder in liefde aan, want ze vond hem schoon en wel van wezen. Ze dacht stil in zichzelf: "Moge mijn oom het niet bemerken, dat ik den vreemden ridder min." Men bracht het paard naar de kribbe vol haver, en toen togen zij tezamen, de oude ridder, Ferguut en Galiëne, naar de zaal, waar zij zich nederzetten.

Hier stond Hendrik, bezig om zijne beide bruintjes, die nog niet verkocht waren, te zadelen en op te toomen; en toen mijn oom hem in het roode buis, en met den krijgsman onder den neus, ter nauwernood herkende, kwam Frederik juist de poort in en gooide zijn' mantelzak in de kribbe, zoodat het rammelde en klonk.

Beiden zaten op bankjes aan de voeten der oude vrouw, de lieve mondjes wijd geopend, en de oogen ernstig voor zich uitziende; zij zongen, hoewel niet volgens de regelen der kunst, toch dapper en gloeiend van Kerstvreugde: "En om de schaam'le kribbe straalt Een wonder heerlijk licht, Een kindje ligt op 't harde stroo "

Een arme non, die brandhout aandraagt voor de keuken, verbeeldt zich, dat zij daarmee het kruis draagt: enkel de voorstelling hout dragen is genoeg, om de handeling te drenken in den lichtschijn van de opperste daad van liefde. Het blinde vrouwtje, dat de wasch doet, neemt tobbe en waschhok voor kribbe en stal.

De dominee, die reeds zoo dikwijls het Kerstevangelie behandeld had en niet elk jaar hetzelfde kon zeggen, had ditmaal de aandacht zijner hoorders meer bijzonder bepaald bij Lukas II:7: "En zij baarde haar eerstgeboren zoon, en wond hem in doeken, en legde hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg."

Hoe weet gij dat? Breng ons bij de spelonk, dan kunt gij het zelf zien. De wachter lachte spotachtig. De Christus, zegt gij? En hoe zult gij weten dat hij het is? Ons is gezegd, dat hij in dezen nacht geboren is en nu in een kribbe ligt, en er is slechts ééne plaats in Bethlehem, waar kribben zijn. De spelonk? Ja, breng er ons, opdat wij het met onze oogen mogen zien.

En, toen ten slotte de zoon naast de kribbe des vaders op de knieën viel, en de hand van den schuldige met warmte vatte en riep: "Toe voader, zucht nog ens.... God heurt oe geerne zuchten. Toe! toe voader, gleuf toch wat Deine-Meu dukkels zeit: "'en mins is 'en mins, moar God is God! en as 'en zondoar bidt, dan greint God, en as ie dan wil opstoan, dan griept God 'm bij de hand.

Wanneer hij even woelt, kraakt de roestige kribbe verdacht, en een wolk van stof en stroohalmen daalt op den argeloozen beneden-man. Het werd één uur. Men walmde, kraakte, nieste, snorkte en riekte. Het was, alsof het bovenbed langzaam dalen ging, om mij te verpletteren; ik was koortsig en benauwd. De stroohalmen kietelden mij... en men bleef walmen en snorken.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek