Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Mijn hooge heer, Lancelot, gij van wien ik las met Gawein, mijn ridder, uwe zoete jeeste, gij, de trouwste ridder van Kerstenheid, gij, de trouwe ridder van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever o hoe geerne zag ik haar niet! gij moogt niet de Karre bestijgen! Het is Gawein, mijn oom maar ook mijn ridder, hij!, die de Kar bestijgen zal, om Gwinebant te verlossen!
Mijn dood, o Ysabele, zoude mij niet en komen van veldslag of tweestrijd, niet van draken of van reuzen, niet van queste of Aventure maar van een onnoozel en schamel maagdelijn, die eene princesse is en hoewel zij koninginne van de Noordhumbersche landen zal worden, Lancelot beminnen gaat, Guenevers amijs! O Gawein, hoe zoude ik Lancelot beminnen gaan, Guenevers amijs!
Ook Keye, de spotaard, wist niets en hij verbaasde zich zeer, toen Guenever Lancelot tot spanseeren noodde in de vergieren omdat er immers toch nimmer Aventuur meer zich meldde, dat de amys der koninginne haar bediedde met schuddinge des hoofds van niet, en dat hij zittend moest op zijn plaats blijven.
Als de regeling van de bijenrepubliek, hunne samengestelde hygiënische stelsels, de verdeeling van arbeid, behandeling van de koninginne- en werksterlarve, ons in verbazing brengen en ons onfeilbaar schijnen te wijzen op hoogere vermogens, dan moeten wij de werkbijen wel een intelligentie van nog hooger orde toekennen, als wij haar gaan beschouwen als ontwerpster en vervaardigster van de honingraat.
Het is alles magië en tooverië, Sagremort! verzekerde Merlijn. Zoo goed als de Wonderboom, dien ik der koninginne gemaakt heb en op welks gulden twijgkens duizend vogelkens kwinkeleeren, en het Yvoren Bedde, dat ik ook maakte en waarin uw aller wonden genezen.... Het is alles tooverië, Sagremort!
Lancelot, die is de amijs van de "fonteyne aller schoonhede", koninginne Guenever, bij wie ik alleenlijk maar een onnoozel en schamel maagdelijn ben; Lancelot, dien ik bewonder als een wigant van den Rijke van Logres, alleen vergelijkbaar met u, Gawein! Maar Ysabele, gij bewonderdet mij ook als een wigant van Logres' Rijk en Tafel-Ronde en toch zeidet gij mij, dat gij mij wel mindet!
En als hij, zoo als nu, de koninginne, zijne moei, zag dwalen door het vergier, immer met Lancelot, dien zij minde en wien zij trouw was als hij haar, zuchtte Gwinebant van onvoldaan verlangen, vooral als hare wijle woei op den wind en zij zekerlijk malkanderen kusten, onder de stuivende appelebloesems....
Hoort!! Hoort! Hoort! herhaalden zacht de edelvrouwen en zij staken allen, luisterend, vingerkens in de lucht. Toen, glimlachend, luisterde, ook de koninginne Ysabele. Alle de vrouwen zongen de muziek na en ook Guenever, verrukt, zong mede. En zij glimlachten allen en zongen. En de vogelkens klaterden hooger en de bellekens klinkelden lager. En het was
En koninginne Guenever nam koninginne Ysabele mede naar haar vergier. De Meie bloeide alomme met bloesems en bladeren menigertiere maar het schoonste van haar hof, wees Guenever, was de Wonderboom, dien Merlijn haar reeds jaren geleden gemaakt had. En Ysabele zag den Boom, dien zij wel kende uit de jeesten der vinders en zij keek er glimlachend en harde nieuwsgierig heen.
Daar, op het balkon, staat eene koningin, eene moeder met hare drie edele kinderen. Zij stort tranen van ontroering: het volk ziet het; eene langere zegekreet, een hevig dankgejubel vliegt uit alle borsten tot haar, de weldadige koninginne!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek