Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Den volgenden dag was het Pinksteren; de klokken der kapel van Camelot bimmebamden en de Koning en de Koninginne schreden ter vroegmis, zingende zacht in ondertoon de hymne aan den Heiligen Geest, de vergieren door, waarvan de bloesems stuivende op den bries over hunne hoofden verwoeien.

Hij vervulde echter zijn belofte, Beatrijs gedaan, in tegenwoordigheid van den ridder Savari, en hij kroonde haar als de koninginne van Lilefoort. De booze Matabrune moest wel doen, alsof zij tevreden was, al haatte ze Beatrijs, de schoone koningin. Matabrune verzoende zich niet met Beatrijs, en ze was niet gelukkig met allen, die Oriant liefhadden.

Gwinebant kreunde van minnesmart, maar Ysabele kuste hem weg zijn kreunen en hij kuste haar: zij kusten malkanderen, lang. En ik wil u als mijn ridder, mijn Gwinebant. Hoe dat, o Ysabele, als ik u heb zoo lief, zoo lief?! Zoo als koninginne Guenever, die is Koning Arturs wijf, Lancelot tot ridder heeft. Dat weet gij zelve, mijn Gwinebant, en dat las ik in Lancelots jeeste.

Ysabele was opgestaan, trad een pas nader en luisterde in zoete verrukking naar de stemme van koninginne Guenever. Maar Lancelot riep uit, smartelijk en toch bedwongen: Lace, mijne zoete vorstinne! Ik en kan nog niet keeren tot Camelot!

In den somberen rotskloof trokken rooskleurige en blauwe aderen prachtige en barbaarsche arasbesken, als hadden wilde kunstenaars deze balzaal voor de koninginne der zee versierd. De kiezelsteenen op den grond, die nog nat waren behielden een doorschijnend iets, dat hen deed gelijken op een schat van edelgesteenten.

Ook Lancelot zette zich maar Guenever, tusschen de ooftboomen, wenkte hem, want zij wist van niets, dat was voorbereid; omdat vrouwen meer praten dan mannen over dingen, die beter verzwegen worden, had Merlijn den ridders verzocht niets aan de koninginne te melden.

Zij lieven malkanderen reeds meer dan tien lange, trouwe jaren, Lancelot en koninginne Guenever en hunne liefde is als een gelukkig en jonstig huwelijk, allen den ridders wel bekend en misschien Koning Artur ook wel, die Lancelot inniglijk mint, als misschien wel zijn allerdappersten ridder.

Ge zijt wel geen koninginne, doch laat mij maar eene krone van kussen maken voor u. Lieve, zoete armen, die God maakte tot koozerij! Ha! liefste, ik vrees, dat mijn ruwe handen die schouders verwelken! De lichte vlinder rust op de purperen anjelier, maar hoe zal ik op uwe blankheid rusten, opdat ze niet verwelkt?

Zijne ridders zijn hem ook allen genegen en Lancelot niet het minst, die telkens met de koninginne in amoureuselijk gedivertier het bloesemend vergier doorwandelt. Ook de altijd jeugdige Guenever zelve, die "fonteyne aller schoonhede", al was zij meer dan tien jaren de amië van Lancelot, heeft haar gemaal wel lief, zij het dan ook als heur grootvâ.

Zij beloofden malkanderen dus, onze ridders, met manwaarhede ende op handslag, te strijden voor Koning Assentijn en voor de princesse Ysabele, hoewel Sagremort even nog riep: Maar wil zij nog koninginne van Noordhumberland worden of wil zij het niet meer: dat is de vrage......

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek