Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Hij zeide: "Zoo ook de koningin des doods schuldig is, nimmer zal ik den eed vergeten, dien ik de jonkvrouw Beatrijs heb gezworen in tegenwoordigheid van ridder Savari, aldus luidende: "Welschoone maagd! wilt gij mijne bruid zijn, ik zal u kronen tot koninginne van Lilefoort. Ik belove, op mijn ridderwoord, zoolang gij leeft, ik zal geene andere trouwen dan u."

Weet, als gij geen leugen uitspreekt, dat ge niet zult sterven, doch als gij de onwaarheid verkiest, zal een schandelijke dood u wachten, tenzij iemand uw recht verdedigt. Spreek de waarheid, Beatrijs." De koninginne, de schoone Beatrijs, verhief zich, en zag hem in de oogen.

Daar na nam Verdugo Eemetille weder in; zond twee booswichten in 't leger by Kollum, om Graaf Willem te vermoorden: maar dezelve ontdekt zynde, wierden gevangen genomen en onthoofd. In den jaare 1590, in Maart, hebben eenige burgers en inwoonders van Groningen hunne stad en Staat onder de bescherminge van de Koninginne van Engeland gepresenteert: doch wierd hun geweigert.

Zoo is de melodie van het bekende lied van Halewijn, dat nog op vele plaatsen en met vele varianten in den volksmond leeft, niets anders, dan die van het Credo uit de Missa in duplicibus; en die van de Koninginne van Elf Jaren berust op het Veni Creator. Voor verdere beschouwingen verwijs ik naar Fl. van Duyse, Het oude Nederlandsche Lied I, Inleiding, bl.

Matabrune bemerkte, dat zij allen, de koning, de edele Oriant niet 't minst, medelijden hadden met de schoone koninginne Beatrijs, en ze riep haastig Macharis, opdat deze zijn aanklacht zou zeggen, hetgeen hij deed. Oriant, de koning, zeide toen tot Beatrijs: "Ge wordt van een groot misdrijf beschuldigd, vrouwe, en ik zeg u, dat ge de waarheid zult belijden.

Ysabele wist het en had haar grootvader beloofd een lieve vrouw te worden voor Koning Clarioen, ook al had hij een grauwen baard en al was hij bijna als haar grootvader zoo oud. Zij had gelezen in de berijmde kronijken der clerken, dat Koning Artur, van het Land van Logres, ook oud was en de koninginne Guenever zeer jong steeds bleef.

En dan dacht hij aan de jonkvrouw, die hij minde, aan Ysabele, de schoone, princesse van Endi en Koning Assentijns kleindochter... Ysabele, die hij niet wist hoe te winnen omdat hij te schuchter was, al was hij neve van koninginne Guenever....

Zekerlijk, hadde ik dien Clarioen gehuwd, ik hadde Gawein en u, mijn zoete Gwinebant, mede genomen naar Noordhumberland, als mijne twee ridderen... Maar nu ik niet Clarioen huwe, maar Gawein zelven, nu klinkt het toch als een klokke klaar, dat ik u, Gwinebant, als mijn ridder zal nemen. En dat gij mijn amijs zult wezen, zoo als Lancelot is de amijs van koninginne Guenever, die schoone! O Ysabele!

Zij had ook gelezen van Lancelot en dat hij een trouw ridder steeds der koninginne Guenever gebleven was meer reeds dan tien lange jaren, en Ysabele hoopte, dat, als Koning Clarioen haar gemaal werd, Gode van Hemelrijk, Sint Marië's Kind, haar ook wel zulk een lieven, dapperen hoofschen, trouwen ridder zoû jonnen. Zij was vol vertrouwen op toekomst.

Ik moet toch eene koninginne worden en daar zijn geen andere Koningen rondom, die jonger zijn en eene koninginne hebben van noode. De prins Alidrisonder van Koning Wonder van Mirakeleland is mij te jong... Te jong, Ysabele? Wilt gij dan een ouden man? Ik wil een ouden Koning tot man, Gwinebant, zeide Ysabele.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek