Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Veronveiligde een draak nooit ende nie meer de immer onveilige foreesten van Logres? Nooit ende nie, ai, nooit ende nie! Zweefde nooit meer een bloedige Speer, een heilige Vaas, een betooverd Scaec het geluchte door om een hoofschen ridder ter queste te nooden? Geen Speer! Geen Vaze! Geen Scaec zelfs, mijn prins! En mijne Ysabele, o lace, zij stierf! Ik wacht! Ik wacht! klaagt de Koning.
Het hartstochtelijk verlangen, om door het nageslacht geprezen te worden, is den hoofschen ridder der twaalfde eeuw, den onverfijnden Franschen of Duitschen soudenier der veertiende eeuw even weinig vreemd als den schoonen geest van het quattrocento.
In het werk van Thomas daarentegen vinden we geen spoor van eenige poging tot verontschuldiging der beide hoofdpersonen. Zijn gedicht is eene verheerlijking der liefde, de liefdesdrank is het zinnebeeld van haar goddelijk recht. Ook spreekt er uit dit dichtwerk een geest van beschaving en hoofschen sier, die geheel ontbreekt in den eenvoudigen verhaaltrant van Béroul.
De troubadours, die, sinds hun land door de gruwelijke vervolging der Albigenzen en Waldenzen, elders hun fantastische romans voordroegen of van hun minne zongen en ook in Italië als welkome gasten werden ontvangen, vonden hier gretige navolging in hun hoofschen minnedienst en poëzie en gaven zoodoende den stoot tot de ontwikkeling van een eigen Italiaansche dichtkunst.
De erotische levensbeschouwing, 't zij in haar ouderen zuiver hoofschen vorm, 't zij in haar belichaming in den Roman de la rose, kan op één lijn gesteld worden met de gelijktijdige scholastiek. Beide vertegenwoordigen een grootsche poging van den middeleeuwschen geest, om onder één gezichtspunt alles wat des levens is te begrijpen.
Zij had ook gelezen van Lancelot en dat hij een trouw ridder steeds der koninginne Guenever gebleven was meer reeds dan tien lange jaren, en Ysabele hoopte, dat, als Koning Clarioen haar gemaal werd, Gode van Hemelrijk, Sint Marië's Kind, haar ook wel zulk een lieven, dapperen hoofschen, trouwen ridder zoû jonnen. Zij was vol vertrouwen op toekomst.
Deze beschrijving van Toledo, die in het midden van de zeventiende eeuw gegeven is door den hoofschen Garcia de la Chataigneraie in het beroemde drama Francisco de Rojas, past nog volkomen, en als men bij het vuil ook nog allerlei puin voegde, zou men er geen tittel of jota aan behoeven te veranderen.
Spieg'len kan er zich een pronker In het tin van kroes en kan; Maar zoo menig vroeden man, Maar zoo menig hoofschen jonker Lonkt er zoeter spiegel toe: Gaan we naar de Bonte Koe? IJsbrant-baas weet wel van wanten; Om een flinke, knappe deern Loopt de jonkheid ter taveern; Mooije schenksters, duizend klanten: Dochterlief brengt daar je toe, Roeltjen uit de Bonte Koe!
Den invloed van MAERLANT meer dan dien van BOENDALE zien wij in WILLEM'S beschouwing der vrouwen. Bij hem als bij MAERLANT vinden wij vooral den hoofschen vrouwendienst die zich vertoont o.a. in regels als deze uit een stuk Vanden goeden vrouwen: Twaer een kaerl onwijs te weten Off by maten dat uut te meten, Wat loff den vrouwen toebehoort.
Zoo dat het koperen rumoer vervulde den hemel, die te avonden aanving en Gawein meende, dat dadelijk de strijd beginnen zoude en de gewapenden buiten de eerste poort zouden treden in fellen aanval om te verslaan wie waagde Koning Assentijn te belagen.... Maar hoe groeide niet Gaweins verbazing toen wel de dubbele poort breed opende maar op de brug over de eerste gracht des Konings drossaet verscheen met hoofschen groet tusschen tal van lijfstaffieren en zeide tot Gawein: Heer ridder, mijn Koning zendt wie hem gekond wordt door zijner torenwachters geschal als ridder van prise met schildknape zijnen koninklijken groet ende bidt u binnen te rijden en biedt u beiden gastvrijheid aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek