Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


In der Minnen Loop is geen plaats voor de minachting der vrouw, noch voor het scepticisme, noch voor het cynisme, dat JEAN DE MEUNG kenmerkt, wel voor een deel van den hoofschen eerbied, dien GUILLAUME DE LORRIS de vrouwen toedroeg.

Hoe geestig weet hij den hoofschen spreektrant na te volgen in dat half omsluieren van het onkiesche, waar Reinaert zijn overspel aan Grimbaert biecht; want Grimbaert, nog heden een nurksche potentaat maar een rustig en, voor zijn doen, fatsoenlijk man, moet vooral op dat oogenblik door Reinaert worden ontzien.

Deze beschrijving van Toledo, die in het midden van de zeventiende eeuw gegeven is door den hoofschen Garcia de la Chataigneraie in het beroemde drama Francisco de Rojas, past nog volkomen, en als men bij het vuil ook nog allerlei puin voegde, zou men er geen tittel of jota aan behoeven te veranderen.

Zij vindt evengoed een ruim veld om zich te ontplooien in de levensvormen zelf: hoofschen omgang, gezelschapsspel, scherts en sport. Ook daar wordt de liefde voortdurend gesublimeerd en geromantiseerd; het leven volgt daarin de litteratuur na, maar deze leert tenslotte toch alles van het leven. Het ridderlijke aspect der liefde is in den grond niet in de litteratuur maar in het leven opgekomen.

In de litteratuur zit de natuurbeschrijving nog geheel gehuld in het kleed der pastorale. Hierboven is reeds gesproken van den hoofschen strijd voor en tegen het eenvoudig buitenleven.

Den hoofschen dichter van Sinte Lutgarts Leven, WILLEM VAN AFFLIGHEM, smaakten die dierfabels blijkbaar niet, die opgesmukte leugenverhalen van ezels die dansen en springen, van rammen die de mis bedienen . Maar het Vlaamsche volk, onbekommerd om dat vonnis, is zijn Reinaert blijven genieten en het Nederlandsche volk is gevolgd waar de Vlaming voorging.

Opmerkelijk is in dezen Hollandschen edelman die wel gevoel blijkt te hebben voor hoofschen vrouwendienst, de democratische gezindheid waarin hij kunsten en wetenschappen verheft als het middel waardoor de arme den rijke kan evenaren en overtreffen.

Maar voor de groote trompet was een kleinere komen te staan. Die was zoo sierlijk en met kostbare, ronde steenen omzet: jochanten, robijnen, karbonkels. En Merlijn bewees weêr hoofschen eerbied aan de trompet en zwaaide zijn staf. Toen sprak de kleine trompet: "Lancelot, o mijn ridder!

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek