Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Maar voor de groote trompet was een kleinere komen te staan. Die was zoo sierlijk en met kostbare, ronde steenen omzet: jochanten, robijnen, karbonkels. En Merlijn bewees weêr hoofschen eerbied aan de trompet en zwaaide zijn staf. Toen sprak de kleine trompet: "Lancelot, o mijn ridder!
Hougomont en la Haie Sainte brandden nog en vormden, het een in 't westen, het ander in 't oosten, twee groote vlammen, waaraan zich, als een snoer van losse robijnen, met twee karbonkels aan beide einden, de rij der Engelsche wachtvuren sloot, die in een wijden halven kring op de heuvelen in de verte verspreid waren. Wij hebben den rampspoed in den hollen weg van Ohain verhaald.
Dan vieren zij feest en reien in de bosschen en op de velden, dan spelen zij met de karbonkels van den starrenhemel en dobberen wiegelend op de koppen der golven; dan zingen zij in de suizende lucht en vermeien zich in de kelken der bloemen.
Gemakkelijker geraakten zij in gesprek met een ander heer, wiens voorkomen juist niet veel belang inboezemde, ten zij men een zeer rooden en zeer gezwollen neus en een aantal karbonkels voor interessante verschijnselen op een menschelijk aangezigt houdt.
Nog waren er veertig karbonkels, twee-honderd-en-tien safieren, een-en-zestig agaten, en een groote hoeveelheid berils, onyxen, katteoogen, turkoisen en andere steenen, wier namen mij destijds onbekend waren, hoewel ik mij sedert dien tijd beter op de hoogte ervan heb gesteld. Daarenboven waren er omstreeks driehonderd zeer fijne paarlen, waarvan er twaalf in een gouden kroon gezet waren.
Al dieper en dieper knaagde de oolijke vrees en Ons-lieve-Heerken, dat zij zich altijd zoete en medelijdend had voorgesteld, werd in hare hersens een schrikkelijk figuur, een toornig gezichte met wegend verwijt. De oogen van Ons-lieven-Heerken waren twee vurende karbonkels, zonder deernisse, zonder barmhertigheid. Die oogen geboden voortdurend: Ze moeten trouwen!
Johan zette zich en bleef daar weer nagenoeg drie kwartier-uurs alleen zitten. Hij werd heerlijk warm en zijne bolle kaken gloeiden. Het werd zoetekens avond en Johan zag een prachtigen zonsondergang in de laaie karbonkels van den open haard. Hij werd eindelijk zoo rustig als een onschuldig mensch.
Haar donkere oogjes flikkeren als karbonkels, haar wangen gloeien, kleine, donkere krulletjes hebben zich om haar voorhoofd en haar slapen losgewrongen; en haar mondje, haar mooi rood-lippen-mondje, dat hijgend half-open staat van toorn en inspanning, laat, beter nog dan in het vroolijk lachen, al haar schitterwitte tandjes zien, de kleine, nu kwaadaardige, nijdige, bijtende tandjes, maar toch zoo wit en fijn en recht en zoo verrukkelijk mooi, dat men haast wenschen zou er een knauwtje van te krijgen.
"'t Is jammer, dat uw broeder de dokter hier niet is," zeide Gerrit tot zijn vriend: "die had daar meer aan dan wij." "Wel ja!" zeide Willem; "even alsof onze tegenwoordige geneesheeren iets anders dan een blik van verachting zouden schenken aan een werk, waarin de amethysten als een voorbehoedmiddel tegen alle vergiften en de karbonkels als een waarborg tegen verraad worden voorgeschreven.
De zangen van het festijn klonken helderder op. Zij echter hoorde engelenstemmen. Haar hoofd viel terug in het kussen, waarboven, tegen den muur, een martelaarsreliek hing, gevat in een lijst van karbonkels. Den volgenden dag werd heel de dienaarschap ondervraagd. Allen verklaarden eenstemmig, geen kluizenaar gezien te hebben. Maar droom of werkelijkheid kon het anders dan een hemelboodschap zijn?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek