Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Hij, die na mijnen tijd zou Memfis troon beklimmen En als een kleine God dit aardsch tooneel beschimmen , Hij, die op 't hoog gestoelt van 's konings Majesteit Deez dubbel groote kroon alreê was toegezeid, Hij, die niet minder zou als zijn half-Godsch voorouders In de edel schoenen treên: en, Athlas, deze schouders Ontlasten van den last die mijnen ouden dag Veel kommerlijker valt dan zij te voren plag: Wiens opgang helder scheen, als't licht der morgenzonnen , Den middag grooter hitte en klarigheid te jonnen , Wiens rijpe jaren mij veel heils hadden beloofd, Den eenen Farao den andr'en is ontroofd!
De schamele, oude boom, die midden in de vaten, veracht en ongetroost, des olieboeters staat; hij weet dat 't zomer is en zou hij, zou hij 't laten, te bloeien, nu dat al dat blomme is opengaat? Gestapeld, rondom hem, zijn tonnen, tonnen, tonnen, die olie zweeten al, en stinken. Schouwen ook, verheven boven 't dak des oliebouws, en jonnen maar bitterheid den boom en afgerolden rook.
Klaas en Soetkin waren gelukkig; Klaas wrocht op het veld of verkocht zijne kolen, en Soetkin bleef de wakkere huisvrouw. Maar Soetkin, altoos droefgeestig, zocht steeds, met de oogen, heuren zoon Uilenspiegel op de wegen. En alle drie smaakten het geluk, dat God hun zond, in afwachting van hetgeen de menschen hun zouden jonnen.
Zij had ook gelezen van Lancelot en dat hij een trouw ridder steeds der koninginne Guenever gebleven was meer reeds dan tien lange jaren, en Ysabele hoopte, dat, als Koning Clarioen haar gemaal werd, Gode van Hemelrijk, Sint Marië's Kind, haar ook wel zulk een lieven, dapperen hoofschen, trouwen ridder zoû jonnen. Zij was vol vertrouwen op toekomst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek