Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 oktober 2025
"Voor dat spel zijn we nooit te oud, kindlief, omdat we het op de een of andere wijze altijd spelen. Ieder heeft zijn last te dragen, onze weg ligt vóór ons, en het verlangen om goed en gelukkig te zijn is de gids, die ons door allerlei moeilijkheden en misgrepen tot het vredige geluk leidt, dat met de Hemelsche Stad bedoeld wordt.
»Kom, kom, kindlief, denk eens aan iemand, die er naar snakt, je in zijn armen te sluiten; 't arme kind! Kijk dan toe, lieverd!« »Niet tante,« riep Oliver met zijn armen om Rose's hals, »ik zal je nooit tante noemen maar zuster, mijn eigen, lieve zuster; mijn hart zei me van begin af dat ik van je houden moest. Rose, lieve, lieve Rose!«
»Kan je ons over een paar uur voor twee personen baars bezorgen met hetgeen er bij hoort?" vroeg Frits. »Dat zou heel wel gaan, als het maar vooruit besteld was, anders kan het niet, zegt de meester altijd!" sprak de deerne naïef. »Wel, kindlief! als er nu toch eene groote baarspartij is, dan zal er ook licht voor twee personen meer zijn," voegde Frits haar toe, »vraag dat maar aan je meester."
En jij Jeannette....? Maar neen, je schijnt je in de stilte nog niet op je dreef te gevoelen; je bent naar 't me voorkomt afgetrokken, en toch namen we ons besluit nadat ook jij je begeerte naar deze verandering hadt te kennen gegeven. Zeg kindlief, je blijft zoo strak op je borduurwerk staren; scheelt er iets aan? betreur je de stad?"
De consul Stavenhageniënsis in een kort buisje! Maar, wat zegt Horatius? Nil mirari, zegt hij. Vooral in deze tijden, kindlief." "Mijnheer de baljuw, mijne vrouw!" "Zij weet dat gij ontkomen zijt, kindlief, en zal zich zeer verheugen." "Maar....?" "Neen, 't zal haar geen kwaad doen, ook niet als ze u in dat korte buis ziet. Kom maar mede!" Alle verrassingen deugen geen zier, zelfs niet de goede.
Zij voegde er met bevende stem bij: »Ja, kindlief! Ik weet het wel! Jij bent heel lief voor me geweest .... sedert dien verschrikkelijken nacht. Ik heb op de wereld niemand anders dan jou.... Wij moeten ons best doen, nu we doodarm zijn, een klein stukje brood te verdienen.... Maar hard te werken en afhankelijk te zijn van Suze, die!.... die.... O God! dat vind ik ondragelijk!"
Maar.... dat Grand Hotel.... Ik weet niet, dat Grand Hotel, 't is...." "Nee August, je moet me niet plagen. Beloofd is beloofd! Hoor eens, of we nu hier zijn of daar, dat scheelt je tout au plus veertig franken; we hebben het immers als ouwe luidjes berekend." "Ja kindlief, dat weet ik wel; maar toch...." August Helmond blijft nogmaals steken.
Daarop keerde hij zich om, naar mijne moeder en sprak: "Kindlief, de man heeft gelijk. De zoon van Renatus Von Toll heeft gelijk. 't Is maar jammer, dat hij gelijk heeft!" Daarop nam hij de hand van den overste en vroeg: "Mijn lieve jonge vriend, kunt gij waarlijk hier niet blijven?" En toen de officier hem verzekerde, dat dit onmogelijk was, riep hij mij.
De overste was bij Hendrik gaan staan, en toen hij hem de hand drukte, toen waren de oogen van den ouden vreemden heer zoo vriendelijk op hem gericht, dat de baljuw zijne hand vatte en tot hem sprak: "Kindlief, nu, wat dan?" Hij wist misschien wel meer van de zaak dan iemand anders onder ons. Nu ging men aan tafel.
En hij keert zich om en zegt tot mijne moeder: "Kindlief, in ééne zaak moet gij mij nu mijn zin eens laten: de punch geef ik."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek