Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juni 2025


Mijnheer Snepvangers en Madame Snepvangers, geboren Verstraete, hadden jaren gediend bij Notaris Boeykens in de Hobokenstraat. In het statig, oude huis werd de vrijage van den heerenknecht met de keukenmeid niet opgemerkt of stilzwijgend geduld. Daarbij gaf de minnehandel geen aanstoot, geen stoornis in den dienst.

De keukenmeid volgde heur voorbeeld, maar zoo dikwijls niet en verzekerde, op heur aandeel in 't hemelrijk en heurer ziele zaligheid, dat zij en heure Mevrouw niets anders gedaan hadden dan het afval van 't eetmaal gegeven aan twee armzalige pelgrims, die op magere ezelen gezeten, voor het keukenvenster waren komen staan, en méér niet.

Zij las het keukenboekje. Over en door de blauwe lijntjes van het papier stond geschreven in het doezelige waggelende potloodschrift van de keukenmeid: brood zestien cent, aardappelen dertig cent, arme vrouw twee cent, sleeper voor mijnheer een gulden vijftig ... Nu sprongen er in eens tranen uit Mathildes oogen op het schrift en bleven er in biggelende druppels op liggen, zóo doorschijnend, dat de letters van Jans er doorheen nog herkenbaar waren: brood, zooveel, aardappelen zooveel, arme vrouw ... En plotseling scheeuwde alles in de rondte aan Mathilde de nutteloosheid van haar leven tegen.

De meisjes zoenen vader en moeder. Vader staat met groote vochtige oogen en snuit z'n neus. Moeder dribbelt tegen als Klaar en Leentje haar tegelijk pakken. "Dolf... hartelijk gefeliciteerd!"... "Nog veel jaren... Hoera!... Dat glas is voor Jo!... Lang leven Dolf en Jo! Hoera!" "Dank je! Dank je!" "Meneer en mevrouw, wel gefeliciteerd." Da's Anna, de keukenmeid.

Het boek opent met de mededeeling, dat Jans, de keukenmeid van "Karelshoeve", Herman, het romantische jongetje, "met een zoet lijntje had meegekregen." Nadat hierover in 'n veertiental regels is uitgeweid, wordt ons ten slotte nog in een vijftiende nadrukkelijk bericht, dat "Herman en Jans kwamen geloopen van Karelshoeve."

In alle kamers had Christien dien morgen macht van ruikers geplaatst, en overal hadden schoonmaakster en keukenmeid dagen van te voren zoo duchtig huisgehouden, dat dominé De Witt soms glimlachend het hoofd had geschud.

Want, weet, mijn zoon, dat ik nooit horens droeg of zal dragen; daarvoor was zij veel te ingetogen van aard; zij vluchtte den omgang met andere mannen; zoo zij van schoone kleederen hield, was het alleen uit vrouwelijke behoefte. Ik was heure keukenmeid, ik beken het volgeerne; waarom ben ik het niet meer! Doch ik was ook haar meester en echtgenoot. Zwijg toch met uw gesuf, zei Uilenspiegel.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. En heeft haar keukenmeid mij niet bespot? DROMIO VAN EPHESUS. Voorwaar, de keukenmaagd heeft u bespot. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. En ging ik niet in dolle woede weg? DROMIO VAN EPHESUS. Ja waarlijk, heer, mijn rug kan het getuigen; Die heeft uw dolle woede wel gevoeld. 81 ADRIANA. Is dat wel goed, zijn waanzin zoo te voeden?

»Nou daar doet meneer mij een dienst mee, want mijne keukenmeid moet van middag assisteren bij de Verburgs; daar is een diner, de juffrouw gaat trouwen." Frits sprong op of een wesp hem gestoken had; moest hij dan ieder oogenblik opnieuw en door iedereen aan zijn leed herinnerd worden. »Kan je me geen rijtuig geven tot halfweg?" vroeg hij op eens met een plotseling besluit.

De jufvrouw reikte in de roestige hand van de keukenmeid, die deze zoo juist aan haar boezelaar had afgeveegd, een klein dof-geel visitekaartje: Emilie Hartse. Na een blik tegen de jufvrouw, als had zij dien naam meer gehoord, ging Jans wech. Toen zij voorbij het zaaltje kwam, om Mathilde boven te waarschuwen, riep Jozef haar binnen. Laat eens zien, zeî hij, en daarna herkennend: o!

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek