Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Later heeft hij menig schoon lied gemaakt. Een daarvan is sedert eeuwen bewaard gebleven en is eerst in onzen tijd met de zangwijze in een oud manuscript gevonden; het is een even eenvoudig als roerend lied. Aan den Rijn kunt ge het nog dikwijls hooren zingen. Het luidt aldus: Es steht eine Linde in jenem Tal: O Gott, was tut sie da? Sie will mir helfen klagen, Dass ich mein Lieb verloren hab!
Gij zijt te rein van oogen dan dat Gij het kwaad zoudt zien, en de kwelling kunt Gij niet aanschouwen; waarom zoudt Gij aanschouwen die trouweloos handelen? Waarom zoudt Gij zwijgen als de goddelooze dien verslindt, die rechtvaardiger is dan hij? Hab. 1:13
Een Lied ohne Worte van Mendelssohn, een Beethoven'sch adagio en dan eene siddering beving mij: het was of ik de spraak van den doode vernam dan paarde zich hare weeke altstem aan eene welbekende begeleiding: »Hab oft im Kreise der Lieben In duftigem Grase geruht, Und nur ein Liedlein gesungen, Und alles war hübsch und gut." »Help mij!" had zij mij gesmeekt.
Hij heeft zich eens in enkele verzen afgevraagd, wat er nu toch eigenlijk voor oorspronkelijks in hem zat. Van mijn vader, zoo dichtte hij: Vom Vater hab' ich die Statur, Des Lebens ernstes Führen; Von Mütterchen die Frohnatur, Die Lust zu fabulieren.... en als de deelen het geheel vormen, wat heeft het wicht ten slotte dan van zich zelf!?
Dát zou ik!... Ik ijlde naar binnen ik nam Werner's viool op ik stond aan hare zijde, en speelde mee: »Hab' einsam auch mich gehärmet, In bangem, düsterem Muth, Und habe wieder gesungen, Und alles war wieder gut." De deur ging zoetjes open er naderde iemand met schuchteren tred.
"Een snelle schicht op my gevallen.... Die trof mijn teere maeghde-krans." Vgl. het lied bij Willems, Ovla. Lied nº. 135; Verwijs, Mnederl. Bloeml., p. 128. Kalff, Lied i. d. "Verloren hab ich mein Rosenkranz," Böhme, Altd, Liederb. 152. 201. of erger, is om u welbekende reden, de menstruatie opgehouden? 214. door een gunstigh oogh tot in het hert, vgl. 377. En
Der Bäckerssohn mit festem Feuerblick, er hat gemalt wie die von Gott erhellten und seiner Seele ungeheure Welten gedrängt auf tellergrosses Stück. Doch hat's die Deutschen Herzen nicht erwärmt, es hiess: "der Arme hab' sich todgehärmt". Nicht doch! es hat kein Mensch noch so volkommen gesiegt wie er, in Kämpfen fürchterlich. Wer war's der an Verwegenheit ihm glich und siegreich ist davongekommen?
Zij werd ingeleid met eene zacht golvende piano-figuur, boven welke straks de zangstem zich verhief, op de woorden van het eerste couplet: »Hab' oft im Kreise der Lieben In duftigem Grase geruht, Und mir ein Liedlein gesungen, Und alles war hübsch und gut"
In Duitschland wordt het nagebootst door de woorden: "S'is, s's noch viel zu früh" of "Wenn ich 'n sichel hätt; wollt' ich mit schnitt", of eindelijk volgens Mosen, "Wie, wie hab ich dich lieb". De Zanger zit bij het zingen op een vrijen taktop en laat den mensch zeer dicht bij zich komen, hij en zijne handelingen kunnen daarom gemakkelijk waargenomen worden.
Bij het tweede vers kwam de viool, eerst klagend, dan opgewekt, de zangstem omspelen: »Hab' einsam auch mich gehärmet, In bangem, düsterem Muth, Und habe wieder gesungen, Und alles war wieder gut." Zij voegde zich ook bij het klavier in het ietwat breed uitgewerkte tusschenspel, dat op elke volgende strophe den overgang vormde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek