United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ein erhabner Sinn, Legt das Grosze in das Leben, Und er sucht es nicht darin. Den zin nu had zij, men heeft haar maar aan te zien om het te begrijpen, men hoort het uit den vollen, zuiveren toon waarmee zij het oude Duitsche kerklied aanheft: »Wer nur den lieben Gott läszt sorgen!"

Zij werd ingeleid met eene zacht golvende piano-figuur, boven welke straks de zangstem zich verhief, op de woorden van het eerste couplet: »Hab' oft im Kreise der Lieben In duftigem Grase geruht, Und mir ein Liedlein gesungen, Und alles war hübsch und gut"

Een Lied ohne Worte van Mendelssohn, een Beethoven'sch adagio en dan eene siddering beving mij: het was of ik de spraak van den doode vernam dan paarde zich hare weeke altstem aan eene welbekende begeleiding: »Hab oft im Kreise der Lieben In duftigem Grase geruht, Und nur ein Liedlein gesungen, Und alles war hübsch und gut." »Help mij!" had zij mij gesmeekt.

Aan de mogelijkheid van een goede opvoering heeft Goethe na zijn terugkeer uit Italië altijd gewanhoopt, en de vertolking, in 1827 door den tooneelspeler Krüger gegeven, dorst hij niet bijwonen, al werd deze speler door zijn besten vriend, door Zelter aanbevolen. Wundern kann es mich nicht, dass Menschen die Hunde so lieben, Denn ein erbärmlicher Schuft ist, wie der Mensch, so der Hund.

Daarvan zing ik met Tersteegen in zijn overschoon lied: »De vereeniging met God". Ich bin im dunklen Heiligtum, Ich bete an und bleibe stumm; O ehrfurchtfolles Schweigen! Der beste Redner sagt mir nicht, was man hier ohne Reden spricht, durch Lieben und durch Beugen. Hier ist die stille Ewigkeit ein immerwahrend selges Heut, dies Nun kann alles geben.

De aanschouwelijkheid van het jachttooneel heeft bij de overbrenging geleden; voor het krabben en bijten van den beer dien SIEGFRIED vangt, heeft de vertaler geen oog gehad; geen oog ook voor SIEGFRIEDS rijke kleeding, voor de fraai bewerkte pijlen en het goede zwaard BALMUNG. De gevoelige regels uit het oorspronkelijk gedicht over KRIEMHILDE'S droefheid: ir hetet mîn vergezzen, des mag ich wol jehen, ich wart gescheiden von mîme lieben man.

Zoo reeds de door vele schrijvers aangehaalde woorden van Luther uit het jaar 1525: "Was soll das doch sein, meine lieben Druckerherrn, dasz einer dem andern so offentlich raubt und stilt das seine und unter einander euch verderbt? Seid ihr nu Straszenräuber und Diebe worden?..." enz.