Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Doch, terwijl meester De Vreught, die vlak naast Massijns woonde, die morgen na het ontbijt zijn gewoon wandelingetje in zijn tuintje maakte, zag hij, over de haag in het tuintje daarnaast, Fietje schreiend heen en weer lopen. Hij had haar dadelijk gevraagd wat er toch schortte, en toen had Fietje hem snikkend gezegd, dat zij huilde omdat Fortuné besloten had naar Congoland te vertrekken.
Edelvrouwen, heeren en schildknapen, die hem voorbijgingen, deed hij struikelen, en als zij vielen en zich bezeerden deed hem dat genoegen, maar hij lachte niet. En zoo iemand hem aanraakte en niet viel, huilde hij alsof hij geslagen was: en de ontsteltenis ziende, was hij blij, maar hij lachte niet.
Wat hei-'k daarmee an me kop, godverdommè!", huilde de jood, opschokkend, de kamer doorloopend, van het lijkje naar het raam en wild met de armen bewijzend wat-ie wou zeggen: "Me heèle handel zit 'r in, Addenòj!... Waar mod-'k 't uitscheure om Tobie te betale!... Hoe kom 'k an nieuwe handel!... Met de pest-sjabbes rotte ze nog meer!... En Zondagmorrege de lawaaie!... Wor jij daar niet mesjogge onder!... Wat mod-'k beginne!
Daar hebben ze ons weer in een huis gebracht, en die avond heeft mijn moeder gehuild en gehuild, alsof haar hart wou stuk breken. Ik vroeg haar toen, waarom ze zo huilde, en toen kwam ik achter de oorzaak. Mijn moeder vertelde me, dat we de volgende morgen zouden verkocht worden als slaven, en dat zij hartzeer had, omdat ze ons uitmekaar zouden verkopen, en zij ons nooit weer zou terug zien.
Maar in de duisternis van het ledikant huilde het kind zóo erg, dat Mathilde het aan haar ooren niet uit kon houden en het dadelijk aan Marie te-ruggaf. Tweemaal per dag kwam de dokter, die altijd heel veel leven maakte, allerlei raad gaf en stadsnieuwtjes zonder einde te vertellen had.
Het doet my in de ziel leed dat die menschen op zoo'n verkeerden weg zyn want dit moet ik er haast wel van gelooven maar 't geld dat je by je hebt, is je niet gegeven om... M'n drie skellinge, huilde het wyf, of anders ten-minste m'n kind weerom! Dit "ten-minste" was verrukkelyk!
En niets zag hij dan de zwarte wolken, die als waanzinnig renden door 't luchtruim, en een dikke korte en zwarte gedaante, die op hem afkwam; en niets hoorde hij dan de wind, die kreunend huilde, de zee, die als de donder rolde, en den weg van schelpzand, die kraakte onder een zwaren, huppelenden stap.
Als er een man was, zou-ie denken, dat ze iemand bij zich had. Half een sloeg de klok. De lamp begon uit te gaan. Ze draaide haar op, maar er was geen olie meer in en de olie stond in de keuken. In het halfdonker der kamer gloeide het roode kransje, dat opflikkerde als ze zenuwachtig aan het rondseltje plukte. Nog wat stuiptrekkingen en het werd donker. Vrouwtje huilde. Tingelingeling.
De opvolgende bergketenen geleken op zwarte schaduwen; en de ondergaande zon wierp op het boschland een gelen glans, die veel overeenkwam met het schijnsel van een wijngeestvlam. Het water zag wit van het vliegende schuim, en de wind huilde en gierde opnieuw door het want. Het was een onheilspellend, grootsch schouwspel.
Erp en Eitel zullen niet meer vroolijk op uw knieën spelen, en nooit meer zult gij zien hoe zij speerschachten snijden." Een luid geschreeuw steeg op in de zaal. De rijk gekleede vrouwen jammerden, het Hunnenvolk huilde en Goedroen zweeg. Zij weende niet om de beide knapen, die haar lieve kinderen waren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek