Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Dolgraag had hij den even moedigen als sluwen en voorzichtigen kleine oogenblikkelijk overhoop gestoken; maar op zijn woorden had hij niet genoegzaam vat, om zulk een daad te kunnen rechtvaardigen, en hij moest dus zijn gramschap verduwen. Hobble-Frank ging naar zijn vrienden, waar hij met stille, maar des te hartelijker vreugde verwelkomd werd.
Old Shatterhand vertolkte aan Hobble-Frank, dat hij voor een leugenaar uitgemaakt was. Daarom wendde de sluwe kleine zich terstond tot den hoofdman: "Ik moet gelogen hebben, hoor ik. Ik moet aan het Hert gezegd hebben, dat zijn eindpunt de pijnboom was. Maar dat is onwaar.
"Het is de lichtende ster op mijn wedloopspad. Maar stil nu, daar komt de hoofdman aan!" De Groote Wolf keerde terug. Hij stak een lans in den weeken grasgrond, en verklaarde, dat de wedloop om het leven beginnen zou. "In welke kleeding?" vroeg Hobble-Frank. "Naar ieders verkiezing."
Droll wilde niet geleerd zijn, en liet den kleine praten, zonder ooit iets van den onzin, dien hij nu en dan uitkraamde, te verbeteren; dat trok Hobble-Frank met dubbele kracht aan.
Dat duurde zoo een poos, zonder dat er een woord tusschen hen gewisseld werd; doch eindelijk kon Hobble-Frank niet langer het stilzwijgen bewaren. Hij begon: "Neem mij niet kwalijk als ik u naar uw naam vraag. Zooals gij daar naast mij zit, heb ik u reeds vroeger gezien." "Waar dan?" "In mijn verbeelding." "Verduiveld! Wie zou dat gedacht hebben, dat ik in uw verbeelding huisde?
"Dus niet?" zei de jager. "En toch ben ik overtuigd, dat gij ons kent. Onze namen zult gij ten minste wel eens gehoord hebben. Heeft men u nooit eens iets van Hobble-Frank verteld! Die staat daar vlak vóór u." "Maar van den langen Davy en en den dikken Jemmy hebt gij toch wel eens gehoord?" "Wilt gij daarmee zeggen, dat dit die twee zijn?" "Juist!" "Pshaw! Dat geloof ik niet."
Moet ik gelooven, dat ook gij een dapper man zijt?" "Wilt gij mij beleedigen?" riep de Roodhuid driftig. "Ik heb geen hulp van anderen noodig. Mijn krijgslieden zullen al hun wapenen in de tenten brengen, als de uwen dat ook doen." "Goed. Gij zult zien, dat wij het terstond doen. Ik zal enkel mijn mes behouden." Hij gaf zijn overige wapentuig aan Hobble-Frank. Jemmy en Davy deden insgelijks.
Zoo bereikten zij de open vlakte, juist op het oogenblik, toen de kleine kibbelpartij tusschen Jemmy en Hobble-Frank geëindigd was. Toen zij het bij het vuur zittende gezelschap gewaarwerden, hielden zij een oogenblik halt, doch begrepen dadelijk, dat zij van die lieden slechts goed en geen kwaads te verwachten hadden. "Dus, jagers, begrepen?" fluisterde Knox tegen Hilton. "Ja," antwoordde deze.
"En waar hebt gij van die tante gehoord?" "Op verscheiden plaatsen, waar ik met Old Shatterhand en Winnetou geweest ben." "Wat? Hebt gij met die twee beroemde mannen gereden?" "Ja. Wij zijn boven in het gebergte geweest, in het Nationale Park en zaten ook in het Estacato." "Sapperdekriek! Zijt gij dan bijgeval Hobble-Frank?" "Ineens geraden! Kent gij mij?" "Natuurlijk!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek