Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 oktober 2025


Neen; men zegt, dat zy van Amsterdam herkomstig is, en nu durf ik, om dat hagelsche Wyf, er nog minder van kikken! want myn Vader is niet gierig, doch hy zegt altyd, men kan van een mooije tafel niet eeten; en, dewyl hy my op het advocaten bestelt heeft, zal ik voor eerst myn geld wel alleen tellen kunnen. Hy. Maar hoe hiet dat lelyk Vrouwmensch? Edeling. Mejuffrouw de Fortuin. Edeling.

En de reus stapte voort, gevolgd door al die dwaallichtjes, die, gonzend als krekelen, zeiden: Kijkt toe wie de macht hier torst, Der pausen paus, der vorsten vorst; Wie Caesar aan den leiband houdt, Kijkt toe, hij is van hout! Eensklaps veranderden zijne trekken, hij scheen magerder, treuriger, grooter. In eene hand hield hij eenen schepter en in de andere een zweerd. Hij hiet Hooveerdigheid.

Hij handelt dan over de trouweloosheid en de kijfzucht der vrouwen, de wellustigheid der mannen; ontraadt zijn publiek, een dief van de galg te bevrijden; hij wekt den dommen mensch op, God te erkennen in Zijne kracht en Hem steeds te dienen . In den roman van Couchi vinden wij evenzoo b.v. een uitval tegen het ridder worden zonder den ridderslag; over den ootmoed, die de vrouwen past; eene bespiegeling over "een crudekijn, heet nijt", in den geest, waarin later WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH zal spreken "van enen cruut ende hiet selve".

Ik maakte haar mede mijn compliment, en liet mij daarop van hoeken tot kanten dringen, waarbij ik het voordeel had veel te zien en te hooren, dat mij voor dien avond belangrijk voorkwam. "Ze zullen die juffrouw Kegge, hiet ze zoo niet? het hoofd wel op hol maken!" merkte een mevrouw van een zekeren leeftijd, met eene zwarte gazen toque, aan. "'t Is niet goed voor zoo'n jong ding."

Ik weet niet veel van al die nieuwe snofjes en modes; noch hoe die duivelderage hiet, die de Dames nu alweer opzetten; doch jy weet er ook niet veel van. Maar zo zyt gy allemaal: dat gonst, en dat bromt over zottigheden, en wezentlyke zaken laat men zo als zy zyn.

Indien men weet dat dit "boecxken" aanvangt met: "Het was een duvelijc mensche, hiet meester ECKAERT", dan verwondert men zich niet over uitdrukkingen als: "meester ECKAERT hadde alsoe vele ghewaregher oeffeninghen alse die padde steert heeft ende ooc alsoo vele als die duvel in caritaten ende in minnen leeft."

Hier ben ik!" glimlachte hij vreemd-droogjes. En aan zijn vrouwtje, dat zoo bitter schreide, gaf hij 't beetje geld dat hij in de gevangenis verdiend had en nam het kindje op zijn schoot, in lang, verrukt aanstaren. Hoe hiet het?" vroeg hij zacht, met van ontroering heesche stem. Jules... Julken," snikte zij. Julken... Julken..." streelde hij.

Nog 'en kwart; 'en half; negen en 'en half; eenmaal, andermaal, derdemaal geluk er mee! Da's een koopie, maat. Hoe hiet jij?" "Jan van Schoten." "Zoo; hiet jij Jan van Schoten? Heb je dan te Schoten geen hout, maat?" En zich tot den boschbaas wendende: "'t Is hier 'edaan, baas! Weer motten we nou heen? Na dat stuk teugen 't land van Sijmen, niet waar? Kom an, kindertjes!

Een der edellieden, die Vander Zickele hiet, nam het woord en sprak: Ik ben van Gent, mijn steen staat op de Hoogpoort; ik ken Willem Rijnvisch, schepene van de keure van Gent. Hij verloor, over een vijftiental jaren, een zoon van drie en twintig jaar, een losbol, een speler, een luierik; maar men vergaf hem zijne gebreken, om den wille van zijn jeugdigen leeftijd.

De anderen spraken ook, en Uilenspiegel en Nele zagen Zuinigheid komen uit Gierigheid, Levendigheid uit Gramschap, Eetlust uit Gulzigheid, Wedijver uit Nijd, Droomerij van dichters en denkers uit Traagheid. En de Onkuischheid, op hare geit, veranderde in een schoone vrouw, die Liefde hiet. En de dwaallichtjes dansten een blijden dans rondom dezelve.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek