Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Zie, langs den kant van Philips-land, waar de koninklijke beul, uit wreedaardige heerschzucht, tweemaal achtereen zooveel arme menschen liet dooden, zie die dwaallichtjes dansen; 't is de nacht in denwelken de zielen der arme mannen, die gedood werden in de gevechten, het koude voorgeborchte des vagevuurs verlaten, om zich te komen warmen in de zoele lucht van de aarde: dit is het uur, waarop gij alles moogt vragen aan Christus, welke de God van de goede tooveraars is.

En de dwaallichtjes zeiden: Wij zijn het vuur, de weerwraak van de oude tranen, de smerten van het gemeen; de weerwraak op de heeren, die joegen op menschelijk wild; de weerwraak van de onnutte gevechten, van het in de gevangenissen vergoten bloed, van de levend verbrande mannen, de levend begraven vrouwlieden en meidekens; de weerwraak van het akelig en bloedig verleden.

In de middeleeuwen waren de dwaallichtjes in het Noorden bekend als elvenlichten, want deze kleine geesten, vooronderstelde men, deden de reizigers verdwalen, en het volksbijgeloof hield het er voor, dat de dwaallichtjes de rustelooze geesten van moordenaars waren, die tegen hun wil werden gedwongen naar het tooneel hunner misdaden terug te keeren.

En Nele was verschrikt als zij in de polders dwaallichtjes zag, welke, zeide zij, zielen van arme dooden zijn. En al deze plaatsen waren slagvelden geweest. De dwaallichtjes stegen op uit de polders, huppelden langshenen de dijken, keerden vervolgens terug naar de polders, alsof zij de lichamen niet wilden verlaten, uit welke zij kwamen.

Wij zijn het vuur, wij zijn de zielen der dooden! Bij die woorden werden de Zeven veranderd in houten standbeelden, waarbij zij hunne vroegere gedaante behielden. En eene stem zeide: Uilenspiegel, verbrand het hout. En Uilenspiegel, zich naar de dwaallichtjes wendend, zeide: Gij, die het vuur zijt, verricht uwe taak.

En dat was het inderdaad, want de lichten schenen thans wel vijftig en honderd voet boven den beganen grond! Wat voor wezens konden vuren aansteken, eerst op de vlakte, daarna op de hoogere en lagere takken der boomen? "Het zijn toch geen dwaallichtjes", mompelde Max.

Maar Merlijn was, hoewel niet alwetend, toch veelwetende door wat hem zijn sylfen en gnomen vertelden, en wist Lancelot en Gwinebant met dwarrelende vuurvliegjes en dwalende dwaallichtjes juist te houden op den rechten weg, waar de burcht rees van den een of anderen ouden koning, die niet was Mirakel, noch Assentijn, noch Artur.

En de reus stapte voort, gevolgd door al die dwaallichtjes, die, gonzend als krekelen, zeiden: Kijkt toe wie de macht hier torst, Der pausen paus, der vorsten vorst; Wie Caesar aan den leiband houdt, Kijkt toe, hij is van hout! Eensklaps veranderden zijne trekken, hij scheen magerder, treuriger, grooter. In eene hand hield hij eenen schepter en in de andere een zweerd. Hij hiet Hooveerdigheid.

Ook meent men, dat ter plaatse, waar men vaak een dwaallichtje ziet, een schat begraven ligt; men noemt ze dan ook wel blauwe vuurtjes. Tot deze groep kan nog gerekend worden het St. Elmsvuur, dat op de masten der schepen verschijnt. Aanvankelijk waren de dwaallichtjes boosaardig, trachtten zij den eenzamen wandelaar opzettelijk te misleiden.

Zijn hoorders, die moesten dansen zoolang de tonen aanhielden, konden slechts ophouden als deze zwegen. De dwaallichtjes.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek