Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


"Hm," zegt Frederik; "gelegen heeft hij hier, en opgestaan is hij, en hier is hij naar beneden gegaan; dit zijn zijne sporen in de diepe klei; en kijk eens! hij heeft het stroo nog een eind meêgesleept, en naar Gulzow is hij heengegaan. Nu wil ik u het paard halen, en gij rijdt naar het slot en levert paard en mantelzak af, en ik ga den Fransoos achterna, of ik hem nog kan krijgen."

Zóó gezegd, zóó gedaan. Het paard werd vastgebonden, en Frederik ging door het bosch den weg op naar Gulzow en zei bij zich zelven: "Dumouriez! Ik heb den ouden molenaar wat moois op den hals gehaald, en onze Fieken is toch een verduiveld slimme deern; maar als de Franschman nog tusschen hier en Greifswald te vinden is, voor den dag komen zal hij!"

Eindelijk zeide hij: "Netje, zij heeft gelijk; dat de meiden meêgaan, kan geen kwaad. Maar Netje," en hij snoof zoo'n beetje in de lucht rond; "'t ruikt hier zoo naar gerookte paling; is de oude Neils uit Gulzow met zijn' paling hier geweest?" "Wat praat je toch, Weber? dat is van haar, zij heeft immers over het uur op den rookzolder gezeten."

"En ik, mijnheer de baljuw," sprak Luth, "wil naar Gulzow gaan, en Tröpner kan naar Pribbenow gaan, dat wij den burgemeester niet misloopen." De oude heer knikte met het hoofd; hij ging naar mijne moeder, tegen wier knie ik leunde: en zeide: "Gij, en hier, uw jongen, hebt heden alle reden, om den goeden God te danken."

Was de kerel links of rechts gegaan? Een tijd lang stond hij daar, alsof hij zijn zondagsoortje versnoept had, doch weldra werden zijne denkbeelden weder helder, en hij zeide bij zichzelven: "Zoo die kerel naar Stemhagen gegaan was, moest ik hem dat toch voor puur onverstand toerekenen. Neen, de rakker is naar Gulzow gegaan." En hij ging hem na.

"Molenaar Voss," zegt de zoon van den schout Besserdich uit Gulzow, "breng uwe paarden uit den weg! Wie maar eenigszins bij de hand is, maakt zich den mooien regen ten nutte, want de Fransozen hebben gezorgd, dat ze onder dak kwamen." De oude molenaar gaat echter bedaard verder en brengt den mantelzak op het slot.

Daar achter komt de oude Zanner uit Gulzow met zijne beide geeltjes en zegt: "Nu dat mankeerde er nog aan! Rooversgespuis!" En hij jaagt in galop over het slotplein. "Ja," zegt de oude landbouwer Adler uit Stavenhagen; hij heeft een' zak over zijne schouders gehangen, want dat waren de toenmalige regenjassen, en hij stoot zijn oud zwart rijpaard in de ribben. "Kanonnenrijden?

"Ja," zeide de oude schout, toen hij alleen, in de duisternis naar Gulzow terugging, "jelui hebt goed praten! Zoo'n baljuw en zoo'n burgemeester, en mamsel Westphalen op het slot, dat zijn voorname lui, die hebben niemand boven zich; maar zoo'n schout wordt van iedereen gekommandeerd. Ja, als moeder er niet was!

Toen zij Gulzow naderden, zei Frederik: "Schout, wie drommel komt daar, dwars over uw bouwland, aandraven? Wat heeft die daar te jagen? Den regen kan hij toch niet ontkomen." "Wel, sakkerloot!" zegt de schout, "dat is immers de bruine van den inspektor Bräsig, en die er op zit is zoo waar, de Stemhager burgemeester." En zoo was 't.

In Gulzow stond de boer Freier bij zijne heg en wierp steenen, zoo groot als de bol van een hoed, in een gat op den weg, iets, wat ze op enkele plaatsen in Mekklenburg noemen: den weg verbeteren. "Goeden morgen, Freier! Hebt ge hier van morgen ook een Fransoos zien loopen?" vraagt Frederik. "Een Fransoos?" vraagt Freier. "Ja," zegt Frederik, "een Fransche chasseur." "Een chasseur?" vraagt Freier.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek