Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Toen wij hem ontmoet en de godin onze vereering betoond hadden, zeide hij tot ons: "Gaat zitten, beste vrienden, en ziet wat er gebeuren zal en of ik iets boven het gros der menschen uitsteek". Nadat hij dit gezegd had en wij allen waren gaan zitten, brandde hij eene korrel wierook en mompelde tot zich zelf de eene of andere hymne en bracht het met zijne vertooning zoo ver, dat het beeld eerst glimlachte en vervolgens een zeer duidelijk lachen te zien was.

Weldra kwam het gros van den stam: kinderen en zwaar beladen vrouwen; zij trokken schielijk voorbij, daarna gingen ook de mannen verder. Den dag, hierop volgende, kreeg ik het eerste belangrijke motordefect en wel op de volgende wijze. Door de lange droogte was het rivierniveau geweldig gezakt.

Ik denk het laatste het eerst, en ik geloof, dat alle mannen, op enkele uitzonderingen na, er zóó over denken, want het gros der mannen is egoïstisch; jullie vrouwen staan zedelijk veel hooger dan wij". Wij wisten, dat 't was oprecht gemeend. Veel hebben wij van dien man geleerd, dat zeiden wij hem ronduit.

Mesty was in zijn eigen land iemand van veel beteekenis geweest; hij had al de ellende van een overtocht op een slavenschip te verduren gehad, was tweemaal als slaaf verkocht, was vervolgens wel ontvlucht maar had toch ondervonden, dat de meening van het gros sterk gekant was tegen zijn huidskleur en dat hij, ofschoon vrij, aan boord van een oorlogsschip tot de nederigste diensten werd gedoemd.

Doch het schijnt, dat dit toch het doel geweest is. In hoeverre beantwoordt nu het artikel aan dit doel? Slechts voor een zeer klein gedeelte en wel dan wanneer degenen, die personen, vooral minderjarige vrouwen, wien de bestemming van het huis onbekend is, in een bordeel lokken, toevalligerwijze juist zelf de bordeelhouders zijn, wat in het gros der gevallen niet zoo is.

Is de intellectuele ontwikkeling van dit individu even groot als die van het gros der menschen, zoo moet klaarblijkelijke die behandeling anders zijn, dan zoo zij even laag als de zedelijke ontwikkeling staat, hiervoor bestaat er even goed reden als om bijv. een hond anders te behandelen dan een schaap.

"Nader, nadert beiden. Ik bemin u zeer. O, 't is zoet zóó te sterven. Ook gij, Cosette, bemint mij. Ik wist wel, dat gij steeds vriendschap voor den ouden goeden man hadt. Hoe lief zijt gij, mij een kussen onder de lendenen te hebben gelegd! Ge zult mij een weinig betreuren, niet waar? Niet te veel; ik wil niet, dat ge werkelijk verdriet hebt. Ge moet uw geluk genieten, mijn kinderen. Ik heb vergeten u te zeggen, dat men op de gespen zonder tongen meer verdiende dan op al het overige. Het gros, de twaalf dozijn, kwam op tien francs en werd voor zestig verkocht. 't Was voorwaar een goede handel. Gij moet u dus over de zesmaal honderdduizend francs niet verwonderen, mijnheer de Pontmercy. 't Is eerlijk gewonnen geld. Ge moogt gerust rijk zijn. Ge moet rijtuig houden, nu en dan een loge in den schouwburg, fraaie kleederen hebben, mijn Cosette, en uw vrienden diners geven; ge moet zeer gelukkig zijn. Straks schreef ik aan Cosette. Zij zal mijn brief vinden. Aan haar vermaak ik de twee kandelaars, die op den schoorsteen staan. Zij zijn van zilver; maar voor mij zijn zij van goud, van diamant; zij veranderen de waskaarsen, die men er op zet, in gewijde kaarsen. Ik weet niet of hij, die ze mij gegeven heeft, hierboven over mij tevreden is. Ik heb gedaan wat ik kon. Mijn kinderen, vergeet niet, dat ik een arm mensch ben; laat mij in een afgelegen hoekje begraven, onder een steen om de plaats aan te duiden. Dat is mijn wil. Geen naam op den steen. Zoo Cosette nu en dan daarheen wil gaan, zal 't mij genoegen doen. Ook gij, mijnheer Pontmercy. Ik moet u bekennen, dat ik u niet altijd bemind heb; ik vraag er u vergiffenis voor. Thans zijt gij en zij slechts één voor mij. Ik ben u zeer dankbaar. Ik gevoel dat gij Cosette gelukkig maakt. Zoo ge wist, mijnheer Pontmercy, hoe haar schoone rozenwangen mij verheugden; wanneer ik haar bleek zag, was ik treurig. In de tafel ligt een bankbiljet van vijfhonderd francs. Ik heb er niet aangeraakt. 't Is voor de armen. Cosette, ziet ge uw jurkje, dáár, op het bed? herkent ge het? 't Is echter niet langer dan tien jaren geleden. Hoe snel verloopt de tijd. Wij zijn zeer gelukkig geweest. 't Is nu gedaan. Weent niet, mijn kinderen, ik ga niet ver, ik zal u van d

Neen, niet waar, dat zal ze niet; wij hopen het van niet, al moeten we ook erkennen, dat de meesten, die nu belangstelling toonen in onze kunst, het slechts doen uit mode, degenen die den eersten stoot gaven tot die beweging, deden het uit innige overtuiging, en deze zal het op den langen duur wel winnen op de zucht tot nadoen van het gros.

De vromen, omdat al hun zielskracht zich op die zaken richt, die geheel vreemd zijn aan de grovere zinnen, worden, wat deze laatste betreft, als het ware bot en stomp. Daarentegen is het gros der menschen hierin sterk, in gene echter zoo zwak als 't maar kan.

Want deze wijze beklaagt en betreurt den waanzin van hen, die in zulk een groote dwaling verkeeren: zij lachen op hun beurt om hem, alsof hij het hoofd kwijt is, en jagen hem weg. Zoo koestert ook het gros der menschen de hoogste bewondering voor die dingen, welke vooral lichamelijk zijn, en meent, dat deze schier de eenige zijn, die bestaan.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek