Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Ik wou je maar eens aan 't schrikken maken. Je bent 'n beste jongen. Ha ha! je bent 'n beste jongen, Oliver.« De Jood wreef zich grinnikend in de handen, maar keek toch ongerust naar het kistje. »Heb je wat gezien van die mooie dingen m'n jongen?« vroeg de Jood na een oogenblik, terwijl hij zijn hand op het kistje legde. »Ja meneer,« antwoordde Oliver.
Hij werd haar vaak grinnikend en gevaarlijk, maar zij voelde gauw dat hij buiten, over de daken, vrij en blauwig omging, en dat hij mild was. Die nacht bracht haar een deugddoenden vrede. Zij had hare vele kommernissen bijna vergeten. Ze herkende hare zorgen uit elkaar niet meer en doezelde in vage gepeinzen weg. Ze had een groot vertrouwen in de aanwezigheid van pastoor Doening.
Een helper deed een val met het water en moest naar de bron gaan om meer te halen; een ander smeet de boter als een hinderpaal in den loop der gebeurtenissen om, en van tijd tot tijd werd er grinnikend bericht in de keuken gebracht, dat "Mijnheer Haley machtig onrustig was, en onmogelijk op zijn stoel kon blijven zitten, maar telkens naar de vensters en de veranda wandelde."
Gedurende het volgend kwartier leek zij meer op een roos dan ooit te voren, want ieder maakte het volste gebruik van zijn privilege, van den ouden heer Laurence af, tot de oude Hanna toe, die, versierd met een vervaarlijke en veelkleurige muts, haar in de gang om den hals viel, terwijl zij snikkend en grinnikend riep: "Ik hoop dat je dan maar heel gelukkig zult worden, lieve meid.
"Lever", zeide de aap grinnikend, "spraakt ge van lever? Jij, dwaze oude zeekwal, je zult nooit mijn lever krijgen!" Eindelijk bereikte de zeekwal het paleis, en vertelde Rin-Jin zijn treurig verhaal. De Zeekoning werd razend van drift. "Slaat haar murw!" riep hij tot zijn omgeving. "Slaat die dwaze kwal zóólang, totdat zij geen bot meer in haar lichaam heeft!"
En de ridders, de elf, achter den rooden mantelrug van den Koning, achter Guenever en hare vrouwen en alle de anderen, wisselden een blik met Merlijn, die, zoo dwaas jong, aandachtig toezag ter zijde.... Is het Scaec Wònder? vroeg fluisterend Sagremort. Is het Scaec tooverië? vroeg grinnikend Acglovael. Di
Het is hier alles waarheid, alles wat ik je toon is waar! waar! Dat kon Windekind niet zeggen. Grinnikend sprong Pluizer rond op het doodengelaat en bedreef de afschuwelijkste scherts. Hij zat op de wenkbrauw en trok bij de lange wimpers het ooglid op. Het oog, dat Johannes vroolijk had zien schitteren, staarde dof en rimpelig wit in het schemerlichtje.
Bommers was zoo dom niet als hij er wel uitzag en keek scherper dan men van zijn kippigheid zou hebben durven verwachten. Glimlachend, neen! grinnikend, zag hij op den middag dat hij Jetje uitliet, toen zij met Jan den knecht, die haar koffertje bracht, naar ’t station ging, hoe Herman Stam zijn krullebol uit ’t venster stak en met groote verwonderde oogen ’t meisje naziende, zuchtend uitriep: „Dag Jet
De dorpsveldwachter, die grinnikend bij een der ramen stond, gaf door een teeken naar buiten aan de menigte te kennen dat het geschied was, en eensklaps ging er in de straat een wild gejuich op, waarin de kreten: "De Stier es getreiwd! Vivat de Stier!" midden in een reusachtig gelach weergalmden. De Stier hield zich goed, vertrok haar gezicht niet.
Daarom voegde ik hem bij het heengaan toe: "Het zal u rouwen, als gij niet bij Alexander komt". "Neen", zeide hij grinnikend, "het zal Alexander rouwen, als hij niet bij Diogenes komt; de deugd moet gezocht, niet opgedrongen worden". En hierop draaide hij zich om en knorde onverstaanbaar, als een zwijn, in zijn ton. Doch ik moet maken, dat ik weg kom; de wijsgeeren komen daar aan".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek