Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
"En gij dan niet? moet uw schip niet gelost worden? En buitendien," antwoordt Antony, "is het niet om den sleutel, dat gij naar Brussel wenscht te gaan. Het is om Hermoine de Alva." En hij vervolgt op ernstigen toon: "Laat zij doen wat zij wil, of denken wat zij wil, maar zoek haar in Godsnaam niet op, eer wij dit zaakje hebben opgeknapt. Als men argwaan tegen u opvat, is alles verloren.
De moordenaar bengelde levenloos tegen den muur; de jongen duwde het schommelende lijk, dat hem het uitzicht benam, op zij en riep tot het volk hem er in godsnaam uit te laten. Een hond, die zich tot nu toe verborgen had gehouden, liep met wanhopig gehuil op de daklijst heen en weer; toen maakte hij zich gereed tot een sprong en kwam neer op den schouder van den doode.
Het heeft geen adres, maar is van Oliver's hand en luidt: "Vlucht! vlucht spoedig! in Godsnaam! Red uw leven en dat van den jongen, die u dit brengt. Hij is mijn leerling, zij zullen hem op de pijnbank brengen. Het zwaard valt neer op mijn hoofd. Ik heb slechts tijd om te zeggen: God zegene u. Vaarwel." "Wie gelastte u, mij dit te brengen?" vraagt Guy, met bevende lippen en doodsbleek gelaat.
Het is begrijpelijk dat de arme vrouw zich verschrikkelijk eenzaam voelde en maar één wensch had: "in godsnaam hier vandaan, terug naar Frankrijk." Rousseau kwam in Wootton met 't vaste voornemen om de wereld en haar strijd te vergeten, rust en innerlijken vrede te winnen.
Dan ging Ghielen bij 't venster staan en Doka werkte in 't achterhuis. Als ge wilt uitgaan, 'k en zou toch in Godsnaam niet wachten tot 't avondt, riep ze. Ghielen draaide onvoldaan en mismoedig rond op zijne kloefen, ging buiten aan 't hofgat, keerde weer, altijd in 't gedacht: met wat te wachten win ik misschien vijftig franken.
Misschien willen zij den kolenhandelaar weer bezoeken. Dat is hoogstwaarschijnlijk. Dan bid ik u, rijd ze in Godsnaam niet achterna! De kolenhandelaar en zijn gezellen moeten halve wilden zijn, die den sterksten wolf met de hand wurgen. Ik ken menschen, die dat ook kunnen, ofschoon zij geen halve en ook geen heele wilden zijn. Maar het is toch beter, zulke sujetten te vermijden! Dat kan ik niet.
Nu valt het weliswaar niet te ontkennen, dat er werkelijk geheime kunsten bestaan, die maar al te sterk op de menschen hun invloed oefenen in de klassieken leest men er al van doch alles wat mejuffer Veronica over de zegepraal van den Salamander en de verbintenis van Anselmus met de Groene Slang gezegd heeft, is toch zeker maar een dichterlijke allegorie als het ware een gedicht, waarin zij het afscheid van den student bezong.” „Gij moogt het houden, waarvoor gij wilt, beste hofraad!” kwam Veronica ertusschen „desnoods voor een allerdwaasten droom.” „Dat zal ik in geen geval doen,” gaf hofraad Heerbrand terug, „want ik weet te goed, hoe Anselmus ook door ongekende machten is bevangen, die hem tot allerlei dwaze verrichtingen prikkelen en drijven.” Toen kon conrector Paulmann het niet langer verkroppen en hij barstte uit „Houdt op, houdt in Godsnaam op, hebben wij dan soms weer teveel van dien verdoemden punch gedronken of oefent Anselmus’ waanzin ook op ons invloed uit?
„Neen! zeg maar niets. ’k Zal er zelf heengaan; ik zal ’t dan wel voor je beredderen voor dezen keer. Maar! kind! jongen! doe ’t in Godsnaam nooit weer
Gij en ik, wij verschillen zoo hemelsbreed van elkander in smaak en neigingen en beschouwingen, kortom in alles, en toch weet ik, dat gij van mij houdt en mij begrijpt en daarom houd ik ook heel veel van u. Maar wees nu in godsnaam heel oprecht."
Dominee Perk meende toen, dat 't misschien goed zou zijn, den ouden heer Alberdingk Thijm in den arm te nemen, maar ik vond, dat er dan heelemaal niets van terecht zou komen. En nogmaals ging ik naar Vosmaer en verzocht hem, 't toch in Godsnaam maar te doen omdat ik anders vreesde, dat Alberdingk Thijm 't in handen zou krijgen. Ik wist 't: Vosmaer was niet gesteld op de Katholieken. En: 't lukte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek