Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


't Is verwonderlijk, hoe 'n haast de meeste menschen hebben. Maar die grijsaard ginds hij staat heel achteraan schijnt geen haast te hebben. Hij neemt het geweer van den schouder, en zet het tegen den grond. De linkerhand omklemt den loop. 't Is een prachtig geweer, een echt Henri-Martini, en de stalen loop schittert in de zonnestralen, die door de breede ruiten vallen.

"Ik wil u gaarne afstaan, wat ik draag, edele Heer," gaf hij ten antwoord, "het is brood en landwijn, die ik brengen moet aan de maaiers van mijn meester, Graaf Galoain, die daar ginds in de velden aan het werk zijn. Ik kan echter zoo noodig gemakkelijk nieuwen voorraad uit het slot halen, dus neem, waar ge lust in hebt."

Uw kind is behouden." En telkens fluistert ze weer dat heerlijke woord: " Uitstekend! Uitstekend!" Daar zijn ze weer, die waterlanders. Ditmaal laat ze hun vrij spel. Op de eene of andere manier moet ze toch haar vol hart lucht geven, juichend of weenend.... Ginds komt Willem. Dat is vroeg. Ongetwijfeld heeft hij zich gehaast. Hij ziet niet naar boven.

Ik heb mij vergist; de man ginds is Jean Valjean. Ik heb hem ook herkend." Madeleine hernam met zeer zachte stem: "Zijt ge er zeker van?" Javert glimlachte, op die smartelijke wijze, welk een diepe overtuiging te kennen geeft: "O zeer zeker!"

In 't begin, ja, toen was ze wel een beetje ongerust geweest; want telkens meende ze zulke vreemde, doffe geluiden in de lucht te hooren. Zou haar lastige vriend, het horloge, daar ginds in de sloot misschien zóó liggen te zuchten, dat ze 't hier hooren kon? 't Was vervelend, dat rare geluid.

O, had ik uw oogen maar, sprak Vitalis, maar ik zie slecht; kijk ginds eens. Hij wees recht vóór zich, maar daar ik hem toen nog geen antwoord gaf, want ik durfde hem niet bekennen, dat ik niets zag, begon hij weder voort te loopen. Eenige oogenblikken zwegen wij, maar daarop bleef hij weder stilstaan en vroeg hij nogmaals of ik geen boschje boomen zag.

Daar ginds, tegen de ijl blauwende lucht, waarin de starren ontloken, ging vagelijk de ommelijn van den burcht duisteren, week verder en verder weg als een droom, aan een droomeinder, die onbereikbaar werd. Heer ridder en baroen! klaagde de herder bewogen. Wat zult gij, hier, nu uw ors verging, nog langer toeven aan de rivier!

Waar woont gij? Wat? Ik. Waar uw huis is? Ginds wees zij met den uitgestrekten, arm naar een kleine hut, in de verte nauwelijks van den grond te onderscheiden, en meteen op twee vingers fluitend, bracht zij de geiten naar zich toe, en ging ze met haar langen stok den weg huiswaarts opdrijven. Ik. Laat mij met u gaan: vertel mij intusschen iets van uw huis: wie zijn daar te huis?

Arme tobber, eens kondt ge zien; eens kondt ge de lente genieten; eens kondt ge u vrij bewegen, dartel zooals die kleinen ginds, of rustig zooals hij die uw zitplaats nadert.

"Ik zie hun nog geen toebereidselen maken," zeide Peter de wachter: "de krijgsknechten zijn bij elkaar op het gras gelegen, en vermaken zich met dobbelen en zuipen, die luie varkens als zij zijn! alles is nog doodstil...dan ginds komen er soldaten uit het bosch en voeren hout mede dat zij gekapt hebben."

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek