Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Dit, dat zelfs de heiligsten onder ons het al veel en wel vinden, zoo ze althans optrekken, en zoo ze het zwaard voor Jezus kruisen, maar zich dan ook allerlei geklag veroorlooven over hun kruis en allerlei gejammer over de benauwdheden, die ze uitstaan.

En het leek mij dat de verschijning in de eene hand iets hield dat geheel en al brandde en het leek mij dat hij deze woorden tot mij sprak: "Vide cor tuum" . En nadat hij eene pooze aldus gestaan had, leek het mij dat hij de slapende wekte, en zòò sterk was hij door de kracht van zijnen geest, dat hij haar dit voorwerp, dat brandde in zijne hand, deed eten; hetwelk zij weifelend at . Hierna, kort daarop, veranderde zijne vreugde in bitterst geklag: en aldus klagend, nam hij de Vrouwe opnieuw in zijne armen en het scheen mij dat hij met haar hemelwaarts vlood: waarover ik in zulk eenen hevigen angst geraakte dat mijn lichte sluimer het niet kon verduren, maar afbrak en ik ontwaakte.

Nacht, zwart en dicht, stil en ontastbaar boven d'onstilb're golven, Zoo blind bedolven is mijn wild leven onder 't donkere verdooven der Toekomst. Moeder, Vader, Vrienden, Waarom uw vragende oogen, en door den nacht waarvóór uw zacht geklag? Mijn hart is wond, ik hèb u niet bedrogen, de Tijd gaat Vrouw, die mij houdt in uw goud-lighte leven omhuld, o Uw is 't gulden Nu.

Zoo min zijn worst'ling met de golven, Waarin hij, na den gruwb'ren slag, Een lange wijle was bedolven, Waaruit hij, toen hij 't licht herzag, Niets hoorde dan het bang geklag Van hen, die, 't vlammend graf ontstegen, In 't rustelooze nederzegen; Als 't stil verzuchten om den dood, Toen laaije dorst en wreede nood Het scheepsvolk, onder 't angstig varen, Ten voedsel dat hen overschoot, De jongens vratig aan deed staren, 't Gebrek dien gruwel schier gebood, Wierp langer uit het droef verleden Zijn schaduw dreigende over 't heden, En zijn verschiet?

Verhef ten hemel uw rechtmatig droefgeestig geklag, Want de Romeinsche Roem voor eeuwig verdween! Gij heuvels en gij bergen! klaagt toch ook uw wee en ach En ook gij beken en bronnen in het dal hier benêen; En gij kleine vogel, zoo vrij van alle banden, Klaag ook in uw zingen toch steeds met ons! O! lief Italië! gij schoonste aller landen! Wat heeft de vijand u verwijderd van ons.

Eene stem is gehoord in Rama, geklag, geween, en groot gekerm; Rachel beweent hare kinderen en wil niet vertroost wezen, omdat zij niet meer zijn. Mr. Haley en Tom hotsten op den wagen voort, ieder voor eene poos in zijne eigene gedachten verdiept. Nu is het met de gedachten van twee menschen die naast elkander zitten, zonderling gesteld.

Ze wil haar steun, haar liefde, haar helper, haar trouwe, navliegen; ze zal hem terugbrengen; ze moet hem hier houden, tot morgen, ach ja! tot morgen althans. Doch, haar krachten.... haar duizelend hoofd.... en, losbarstende in 't vreeselijkst geklag: "Weg, weg! O groote God, mijn Walter! weg!?" Ach arme, ja! Uw Walter ging heen, en, voor altijd.

En hij wist, dat zij nooit terug zou keeren. Toen werd het haar van oom Frans in één nacht geheel grijs. "Als zwanen, zwart, over donkere meren uitspannend haar veeren met snerpend geklag, zoo drijven van smart mijn uren henen.... In weenen, stenen kwijnt heel mijn dag."

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek