Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Hij liep met open armen naar Francine en Vere, omhelsde ze en kon niet spreken eer hij drie-viermaal een dikken snik met geweld had neergezwolgen. Toen hakkelde hij: Och, kinderen, wat doet ge hier? Vere vouwde haar vool zijlings op en bracht insgelijks Francine's vool alover hare schouders. Vere was uitermate bleek. Fran wilde bloemen brengen, zeide ze.
Bij het zien van die kalme rust op dat gelaat, waarop de doodstrijd geen sporen achtergelaten had, zou niemand hebben kunnen gelooven aan het lange lijden, dat aan den dood voorafgegaan was. Francine scheen een liefdesdroom verder te droomen; en wanneer men haar daar zoo zag liggen, zou men gezegd hebben, dat zij aan schoonheid gestorven was.
Vere ging over haar neigen, vatte haar gansch in hare armen, zoende haar in heur dichte haar en troostte met innig gestreel dat groote leed, hetwelk zoo ineens en zoo geweldig opschoot. Francine wou eindelijk bedaren. Maar nu wilde ze seffens bij moeder gaan, seffens naar het andere huis, waar moeder lag. Ze moest nog eens moeder zien, eer men ze wegdroeg.
En wanneer ik mij met het vallen der gele bladeren erger voel worden, dan gaan we in een dennenbosch wonen: daar zijn de bladeren altijd groen." In het begin van October moest Francine het bed blijven houden. Jacques' vriend behandelde haar.
Daarom heb ik geglimlacht, toen ge beweerdet dat ik u met een "Ik verbied u alzoo te spreken" op het lijf zou vallen. Overigens weet ik dat uwe verklaring omtrent een in stilte ontworpen huwelijk van Francine met mij niet anders is dan eene vriendelijke logen. Ik ben er u dankbaar voor, maar ge ziet het: ik kan er mij ongelukkiglijk niet laten bij beetnemen.
In Francine echter was het besef van wat blijft, van wat opsteekt in het verleden, gelijk kruisen op een doodenakker, haast ganschelijk verloren, en hierdoor kon zij, net als de genietende toeristen en in eene bewondering-van-éen-stuk, van op den Abendberg, vóor den Eiger, den Mönch en de Jungfrau staan. Het was hare en Sörge's geliefkoosde wandeling.
Ernest was zeer bleek, terwijl hij, schor en hortend, de voorstelling deed. Buigend vóor Sörge: Ik ben gecharmeerd, zei Milly, ik hoorde u zoo dikwijls reeds roemen. Ik hoop dat nu ook te kunnen doen. Francine beefde zonder reden, sprak niet. Ik dank u, sprak Rupert; mijn vrouw en ik stellen uwe kennismaking zeer op prijs en niet het minst om wille van Ernest.
Terwijl ze voortreden juffrouw Mariëtte zat rechtover hem met een hoop pakjes op haar schoot vroeg hij aan juffrouw Francine of ze dien bruinen man kende. Ze zeide dat ze angstig was geworden en dat hij een leelijk gezicht had. Ze rilde: Ik hoop maar dat ik hem nooit ken, deed ze fluisterend. Simon kende hem zeer goed. Hij verhaalde dat hij een vreemdeling was, een Indische slaaf.
Dag, Simon! klonk lager de heesche stem van Doening. Simon lachte gul, zenuwachtig, schudde rap zijn kop om in zijne keel iets los te krijgen, dat hem hinderlijk was en zijn stem smoorde. Hij drukte de kleine hand van Doening en het heel kleine handje van Francine. Die vier handen beefden daar. Ik dierf, stamelde Simon, het niet hopen dat ik u zien zou ....
Wel was hij overtuigd dat hij Francine beminde, maar hij begeerde haar vooral, omdat zij thans eens der gegevens van een eigenaardig problema zoude worden. De oplossing van dit problema belangde hem niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek