United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geestelijke zuster, aan treurige zaken gewoon, voelde een traan in haar oogen opwellen. Het sloeg zes uren. Fantine scheen niet te hooren. Zij scheen op niets te letten van wat haar omgaf. Zuster Simplicia zond een dienstmeisje naar de portierster der fabriek om te vernemen, of mijnheer de maire te huis was gekomen, en of hij ook spoedig de ziekenzaal zou bezoeken.

Toen Fantine Javert's stem hoorde had zij gebeefd en de klink losgelaten, evenals een gevatte dief het gestolen voorwerp los laat. Toen zij Madeleine's stem hoorde, draaide zij zich om en van nu af sloeg zij haar blik, zonder dat zij een woord sprak, zonder zelfs vrij uit te durven ademen, beurtelings van Madeleine op Javert en van Javert op Madeleine, al naar deze of gene sprak.

Hij ging weder naar het bed van Fantine, die hernam: "Want, morgen, weet ge, zal ik mijn lieve schat bij haar ontwaken goeden morgen kunnen zeggen, en 's nachts zal ik, dewijl ik toch niet slaap, haar hooren slapen. 't Zal mij goed doen, haar zachte ademhaling te hooren." "Geef mij uw hand," zei de geneesheer. Zij stak haar hand uit, en zei lachend: "O, ziedaar!

O Fantine, verneem, dat ik, Tholomyès, een illusie ben, maar zij hoort mij zelfs niet, de blonde dochter der luchtkasteelen! Overigens is alles in haar frisch, lief, jong, en helder als het ochtendrood. O, Fantine, ge verdiendet Margaretha of parel te heeten; gij zijt een diamant van 't schoonste water. Nog een tweede raad, dames; trouwt niet; het huwelijk is een loterij met veel nieten.

En zacht in zich zelven voegde hij er bij: "Voor de lijderes hierbeneden." Madeleine had een gedeelte van den nacht en den morgen doorgebracht met onderzoek te doen. Nu wist hij alles. Hij kende nu de geschiedenis van Fantine in al haar smartelijke bijzonderheden. Hij ging voort: "Gij hebt veel geleden, arme moeder. Maar beklaag u niet, gij behoort thans tot de uitverkorenen.

De wind ruischte door het geboomte. Cosette mijmerde; een droefgeestigheid, zonder bepaalde oorzaak, had haar allengs bevangen, die onverwinbare droefgeestigheid, welke de avond veroorzaakt, en welke, wie weet? misschien uit de verborgenheid van het op dat uur geopende graf komt. Misschien was Fantine in deze schaduw.

Maar toen hij dezen maire, dezen overheidspersoon zich bedaard het gezicht zag afvegen en hem hoorde zeggen: stel deze vrouw in vrijheid, werd hij van verbazing als verbijsterd; hij kon evenmin gedachten als woorden vinden; de hoogste graad van verwondering was bij hem overtroffen. Hij verstomde. Dat woord had een niet minder vreemde uitwerking op Fantine voortgebracht.

Zij zouden, veertien dagen later, zeer verwonderd hebben opgezien, zoo men haar gezegd had, dat zij vriendinnen waren; daartoe bestond geen reden meer. Fantine was alleen gebleven. Toen de vader van haar kind vertrokken was deze scheidingen zijn, helaas, onvermijdelijk, bevond zij zich geheel verlaten, met minder gewoonte tot den arbeid en meer lust tot vermaken.

Fantine leerde, hoe men 's winters geheel en al zonder vuur kan; hoe men een vogel wegdoet, die in twee dagen een cent koolzaad kost; hoe men een onderrok als deken en een deken als onderrok gebruikt; hoe men een kaars bespaart door des avonds zijn maaltijd bij het licht van het venster der overzijde te nuttigen.

Madame Victurnien zag haar soms haar venster voorbijgaan, en merkte den nood op van "dat wezen," 't welk zij "weder op haar plaats gebracht had", en wenschte er zich geluk mede. De slechte menschen hebben een vreeselijk geluk. De overmatige arbeid putte Fantine uit, en de droge kuch, welke zij reeds had, nam toe.