United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Was een afgrijselijke glimlach. Een bloedachtig speeksel bevlekte de hoeken harer lippen, en in haar mond had zij een donkere opening. De voortanden waren er uitgetrokken. Zij zond de veertig francs naar Montfermeil. 't Was overigens slechts een list van de Thénardier's geweest om geld te krijgen. Cosette was niet ziek. Fantine wierp haar spiegel uit het venster.

Zoo zat zij een kwartieruurs, met het oog op de deur gericht, bewegingloos en als hield zij haar adem in. De zuster durfde haar niet toespreken. Van den kerktoren sloeg het kwart over drieën. Fantine zonk weder in het hoofdkussen. Zij zeide niets en begon het bedlaken weder te frommelen.

En zij vermoedde de noodzakelijkheid eener scheiding, die nog smartelijker zou zijn dan de eerste. Haar hart brak, maar zij nam een besluit. Gelijk men zien zal, bezat Fantine den vasten moed des levens.

Listolier en Fameuil, die in een discussie over hun professoren verdiept waren, verklaarden aan Fantine het verschil, dat er tusschen den heer Delvincourt en den heer Blondeau bestond. Blachevelle scheen opzettelijk geschapen, om des Zondags de shawl van Favourite op den arm te dragen. Tholomyès volgde als de meester der groep.

Haar knieën knikten, zij zonk aan de voeten van mijnheer Madeleine, en, vóór hij het beletten kon, greep zij zijn hand en drukte er haar lippen op. Toen viel zij in onmacht. Madeleine deed Fantine naar de ziekenzaal voeren, welke hij in zijn eigen huis had, en gaf haar over aan de zorg der liefdezusters, die haar te bed legden. Een heete koorts greep haar aan.

Jean Valjean nam Fantine's hoofd met beide handen en vlijde het op het kussen evenals een moeder haar kind zou doen, bond het bandje van haar hemd dicht en streek het haar onder heur muts. Daarna sloot hij haar oogen. Fantine's gelaat glansde op dit oogenblik in een wonderbaar licht. De dood is de ingang tot het groote licht. De hand van Fantine hing uit het bed.

Hij moest zich geweldig inspannen, om zich te herinneren waaraan hij gedacht had, vóór het twaalf uren sloeg. Eindelijk gelukte het hem. "Ha! 't is waar, ik had me voorgenomen mij aan te geven." En eensklaps dacht hij aan Fantine. "O, en die ongelukkige vrouw!" Een nieuwe crisis ontstond. Fantine, die plotseling in zijn mijmering oprees, scheen hem een onverwachte lichtstraal.

Hij was eenvoudig naar den naasten wachtpost gegaan, had er een korporaal en vier man gerequireerd, welke hij op de binnenplaats achterliet, had zich de kamer van Fantine doen wijzen door de argelooze portierster, die gewoon was, dat gewapende lieden naar mijnheer den maire kwamen vragen.

Haar betrekking met Tholomyès had haar er toe geleid haar handwerk te verzuimen, zij had haar klanten veronachtzaamd; zij had ze verloren. Nu was zij zonder alle hulpmiddelen. Fantine kon nauwelijks lezen en niet schrijven; in haar kindsheid had zij niets geleerd dan haar naam te krabbelen.

Maar de diligences rijden zeer snel! morgen zal hij met Cosette hier zijn! Hoe ver ligt Montfermeil van hier?" De zuster, die volstrekt niets van afstanden wist, antwoordde: O, ik geloof wel, dat hij morgen terug zal kunnen zijn." "Morgen! morgen!" zei Fantine; "morgen zal ik Cosette zien! Hoor, lieve zuster, ik ben in 't geheel niet meer ziek! Ik ben dol van blijdschap.